In het begin waren hun opmerkingen subtiel. Zijn moeder fluisterde tegen zijn zus: « Ze houdt het geen maand vol om voor hem te koken. » Zijn broer grapte: « Hij komt wel terug als hij een echte vrouw wil. »
Ik glimlachte beleefd en veinsde verwarring elke keer dat ze achter mijn rug om lachten. Maar elk woord dat ik hoorde, doorboorde hun maskers van beleefdheid – niet omdat het me kwetste, maar omdat het hun ware aard onthulde.
Rami was niet veel beter. In het openbaar was hij charmant, attent, de perfecte verloofde. Maar in het Arabisch lachte hij met zijn neven en nichten en zei dingen als: « Ze is schattig, maar niet erg slim. » En ik zat dan gewoon naast hem en deed alsof ik het niet hoorde.
Op dat moment besloot ik ze niet meteen te confronteren. Ik wilde het perfecte moment – een moment dat ze nooit zouden vergeten.
Dit moment kwam tijdens ons verlovingsdiner – een groot feest met vijftig gasten, zijn hele familie en beide ouders.
Alles fonkelde: gouden lichtjes, smetteloze tafelkleden en zachte muziek. Rami’s moeder stond op om in het Arabisch een toost uit te brengen, waarbij ze iets uitsprak wat klonk als complimenten, maar in werkelijkheid beledigingen waren. « We zijn blij dat hij iemand met beide benen op de grond heeft gevonden. Ze zal hem niet veel uitdagen. »
De tafel lachte.