Hazel groeide op met het zien van vrouwen die trillend het huis binnenkwamen
en er staand weer uitkwamen.
Op een dag vroeg ze: « Mama, waarom werk je zo hard? »
En ik zei:
“Dus niemand zal ooit nog een vrouw in de kou laten staan – zelfs niet met woorden.”
Mijn einde is geen wraak. Het is verlossing.
Uiteindelijk verscheen Mason weer.
Niet om ons terug te winnen – die deur is voorgoed gesloten –
maar om te vragen om een kans om zichzelf te herbouwen.
Ik heb hem geen Hazel gegeven.
Ik heb hem geen vergeving gegeven.
Ik gaf hem iets moeilijkers:
de kans om te werken, te dienen en nederigheid te leren.
Soms is gerechtigheid niet het verpletteren van iemand.
Soms is gerechtigheid het laten dragen van de last van wie ze vroeger waren,
totdat ze ervoor kiezen om iemand beter te worden.