Tom en ik waren bijna vier jaar getrouwd. Onze relatie kende hoogte- en dieptepunten, zoals bij veel stellen, maar we waren eensgezind en vastbesloten om samen een leven op te bouwen.

Toch is er vanaf het begin van ons huwelijk een constante spanning tussen ons — zijn moeder, Anna.
Ze had mij nooit echt gebruikelijk te accepteren. We woonden niet samen, wat de situatie draaglijk maakte, en ons contact beperkt zich tot grote familiegelegenheden.
Ik probeer kalm te blijven, ondanks haar venijnige opmerkingen. Maar na de geboorte van onze dochter alles onverwacht.
Anna begon bijna elke dag bij ons thuis langs te komen. In het begin dacht ik dat het uit liefde voor haar kleindochter was, dat ze me wilde helpen. Maar haar gedrag werd al snel opdringerig en verdacht.
“Tom, je moet controleren of dit echt wel jouw dochter is,” herhaaldelijk ze telkens weer, met toenemende aandrang.
‘Mam, hou op,’ ondertekend hij geërgerd. “Het is mijn dochter, ik twijfel daar niet aan.”
Maar ze bleven aandringen:
« Open je ogen. Ze lijkt in niets op jou. Kijk naar haar haar, haar ogen… vind je dat normaal? »
Ik zweeg, betrouwbaar dat Tom mij vertrouwd. Maar Anna bleef twijfelen aan zaaien bij andere familieleden. Langzaam begon haar gif te werken.

Op een avond kwam Tom waardevol thuis. Hij durfde me niet aan te kijken. Na een korte stilte zei hij:
« Sorry, maar… kunnen we misschien een DNA-test doen? Gewoon zodat iedereen zijn mond houdt. »😮
Mijn hart kromp ineen. 😔Ik had hem nooit bedrogen, ik wist zeker dat onze dochter van hem was. Maar die vraag kwetste me diep… Toch stemde ik in met de test — en besloot ik terug te pakken.