Continuïteit van het verhaal:
Ik had nooit gedacht dat die nacht de avond zou zijn waarop alles zou veranderen. De kou overviel me, maar het was niet meer dan een onbeduidend detail, een achtergrond die niet kon concurreren met het licht van een herontdekte waarheid. Ik had het huis verlaten waarvoor ik betaalde, ik wist dat ik niet terug zou komen. Toch voelde ik, terwijl ik door de sneeuw liep, een last op mijn schouders, niet de last van opoffering, maar die van onzekerheid. Wat moet ik nu doen? Welke weg moet ik nemen nadat ik de onzichtbare ketenen heb verbroken die me zo lang gevangen hielden?
In de dagen die volgden, nam ik niet langer op de telefoontjes van mijn moeder. Ze schreef me, belde me, maar ik liet de telefoon stil vallen. Ik wilde een stap terug doen, ademen zonder dat gewicht van schuld dat aan me knaagde bij elk « ja » dat ik zei. Ze begreep het niet. Hoe kon ze ook? Elke oproep van mijn moeder, elke poging om weer contact te maken, bracht me terug naar de tijd dat ik nog die « onzichtbare steun » was, die persoon die de sporen van vaderlijke verwaarlozing uitwist. Maar voor het eerst zei ik nee. En er was geen weg terug.
In het begin leek vrijheid verontrustend, bijna beangstigend. Ik was niet langer degene die ze belden als er iets misging, de verborgen pilaar die alles droeg zonder ooit te protesteren. Maar na een paar dagen realiseerde ik me dat deze rust, deze afwezigheid van verzoeken, de eerste vorm van vrede was die ik in jaren had ervaren.