“Waarom kun jij niet gewoon normaal doen tegen mijn moeder? Anneke had nooit problemen met haar.”

Zijn stem galmt nog na in de kleine keuken van ons rijtjeshuis in Amersfoort. Mijn handen trillen terwijl ik de vaatwasser uitruim. Ik voel de woede opborrelen, maar ook een diep verdriet. Hoe vaak moet ik mezelf nog verdedigen tegen een vrouw die ik nooit heb ontmoet, maar die als een schaduw over mijn huwelijk hangt?

“Misschien omdat ik geen zin heb om over me heen te laten lopen,” sis ik terug. “Ik ben niet Anneke.”

Hij zucht, draait zich om en loopt de kamer uit. De deur valt dicht met een klap. Ik blijf achter, alleen met mijn gedachten en het geluid van de regen die tegen het raam tikt.

Mijn naam is Marloes van Dijk. Ik ben 34 jaar, getrouwd met Jeroen, moeder van een dochtertje van vijf, Sophie. Toen ik Jeroen leerde kennen, was hij net gescheiden. Hij sprak zelden over Anneke, behalve dat ze ‘goed met zijn familie kon opschieten’. Ik dacht dat het niet uitmaakte, dat ik gewoon mezelf kon zijn. Maar nu, na drie jaar huwelijk, lijkt het alsof ik altijd tekortschiet.

Het begon klein. Een opmerking tijdens het kerstdiner: “Anneke maakte altijd zelf haar stoofpeertjes.” Of toen zijn moeder, Ria, haar verjaardag vierde en Jeroen zei: “Anneke hielp altijd met de hapjes.” Eerst lachte ik het weg. Maar naarmate de maanden verstreken, voelde ik me steeds meer een indringer in hun familie.

Ria is een vrouw van weinig woorden, maar haar blikken spreken boekdelen. Ze keurt alles wat ik doe – van de manier waarop ik Sophie aankleed tot hoe ik mijn koffie drink. Laatst zei ze: “Anneke was altijd zo geduldig met Sophie.” Ik voelde me alsof ik door de grond kon zakken.

Op een avond, toen Sophie sliep en Jeroen voetbal keek, durfde ik het aan te kaarten.

“Jeroen, waarom vergelijk je me steeds met Anneke?”

Hij keek niet op van de tv. “Dat doe ik niet.”

“Jawel,” zei ik zacht. “En je moeder ook. Het voelt alsof ik nooit goed genoeg ben.”

Hij haalde zijn schouders op. “Anneke was gewoon makkelijk. Jij maakt overal een punt van.”

Die woorden sneden dieper dan ik wilde toegeven. Was ik echt zo moeilijk? Of was het gewoon dat ik niet alles slikte? Anneke had zich misschien aangepast, maar tegen welke prijs?

De volgende dag belde mijn moeder. Ze hoorde meteen aan mijn stem dat er iets mis was.

“Liefje, laat je niet gek maken,” zei ze. “Jij bent wie je bent. Je hoeft geen tweede Anneke te zijn.”

Maar het bleef knagen. Vooral toen Ria onverwacht langskwam en zonder te vragen begon te stofzuigen in onze woonkamer.

“Dat deed Anneke ook altijd,” zei ze terwijl ze de stekker in het stopcontact stak.

Ik voelde mijn gezicht gloeien van schaamte en woede. “Ria, dit is mijn huis,” zei ik zo rustig mogelijk. “Ik regel het huishouden zelf wel.”

Ze keek me aan alsof ik haar persoonlijk beledigd had. “Ik probeer alleen maar te helpen.”

Die avond barstte de bom tussen Jeroen en mij.

“Waarom laat je haar zo over je heen lopen?” vroeg hij fel.

“Ik laat niemand over me heen lopen!” riep ik terug. “Maar dit is mijn huis! Ik ben niet haar huishoudster!”

Hij zweeg even en zei toen: “Anneke had hier nooit problemen mee.”

Ik voelde iets in mij breken.

De dagen daarna liep ik op eieren. Sophie merkte de spanning op en vroeg: “Mama, waarom ben je verdrietig?”

Hoe leg je een kind uit dat je vecht tegen een onzichtbare concurrente?

Wordt vervolgd op de volgende pagina 👇

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie