ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

‘Waarom mag ik niet bij mijn moeder slapen?’, de vraag van de Amerikaanse jongen bezorgde zijn familieleden kippenvel.

Nu was het Henry die de scherven moest opruimen…

Naarmate de begrafenis naderde, overspoelden Peters herinneringen hem. Hij herinnerde zich het lachen van zijn moeder, de manier waarop ze in de keuken danste, haar handen onder het meel. Hij herinnerde zich haar verhalen, haar liedjes, hoe ze elke dag als een avontuur liet voelen.

Hij herinnerde zich de dag dat ze naar het ziekenhuis ging. Ze had hem een ​​nieuw broertje beloofd, iemand om mee te spelen. Peter was opgewonden en fantaseerde over spelletjes en geheimen die broers en zussen met elkaar zouden delen.

Maar toen Henry terugkwam, bracht ze alleen maar verdriet.

Peter probeerde het te begrijpen. Hij stelde vragen, maar de antwoorden waren steeds hetzelfde: mama was moe, mama moest rusten. Peter wilde niet dat ze rust kreeg. Hij wilde dat ze terugkwam.

Tijdens de begrafenis zag Peter hoe mensen kwamen en gingen. Ze condoleerden, knuffelden en fluisterden gebeden. Maar niets daarvan bracht zijn moeder terug.

Toen de dienst afgelopen was, klom Peter op een stoel en keek nog een laatste keer in de kist. Hij stak zijn hand uit, zijn vingers trilden.

“Mama,” fluisterde hij, “kun je me horen?”

De kamer was stil. Henry stond vlakbij, haar hart deed pijn.

Peter zat stil, zijn vraag bleef onbeantwoord.

In de dagen die volgden, vocht Peters broertje, Khayne, voor zijn leven in het ziekenhuis. Henry kwam elke dag langs met updates en hoop. Peter vroeg naar hem en wilde weten wanneer hij zijn broer kon ontmoeten.

Henry glimlachte, hoewel haar ogen vermoeid waren. « Hij is heel sterk, Peter. Net als jij. »

Peter knikte, zijn teddybeer stevig vastklemmend. Hij vroeg zich af of Khayne mama ook miste.

Op een middag bracht Henry Peter naar het ziekenhuis. Hij tuurde in de couveuse en keek naar de ademhaling van zijn broertje. Khayne was zo klein, zo fragiel. Peter strekte zijn hand uit en drukte tegen het glas.

« Hoi, Khayne, » fluisterde hij. « Ik ben je grote broer. »

Henry glimlachte, met tranen in haar ogen. Ze zag de hoop in Peters blik, de liefde die bleef bestaan, zelfs te midden van verlies.

De avond voor de begrafenis deed Peter iets onverwachts. Hij sleepte stoelen uit elke kamer en zette ze in een cirkel rond de kist van zijn moeder. Hij zette zijn teddybeer in het midden en ging vervolgens in de cirkel liggen.

Henry vond hem daar, slapend tussen de stoelen.

Ze knielde naast hem neer, de tranen stroomden over haar gezicht. « Peter, waarom heb je dit gedaan? »

Peter bewoog en wreef in zijn ogen. « Ik wil mama beschermen. Als ik een cirkel maak, is ze misschien niet meer eenzaam. »

Henry omhelsde hem stevig, overweldigd door zijn onschuld. « Je bent zo dapper, Peter. »

Peter keek op, zijn ogen straalden. « Komt mama morgen terug? »

Henry schudde haar hoofd, haar stem was zacht. « Dat kan ze niet, lieverd. Maar ze zal altijd bij je zijn – in je hart. »

Peter knikte en nestelde zich naast zijn teddybeer. Hij sloot zijn ogen en droomde van een wereld waar zijn moeder nog steeds was.

Na de begrafenis voelde het huis leeg aan. Peter dwaalde van kamer naar kamer, op zoek naar sporen van zijn moeder. Hij vond haar parfum op het dressoir, haar lievelingsmok in de keuken, haar schoenen bij de deur.

Henry keek hem aan, haar hart was zwaar. Ze probeerde de stilte te vullen met verhalen, liederen en gelach, maar niets kon het verlies goedmaken.

Op een avond zat Peter bij het raam naar de sterren te kijken. Henry kwam bij hem zitten en sloeg een deken om zijn schouders.

« Denk je dat mama mij kan zien? » vroeg hij.

Henry glimlachte en streek zijn haar naar achteren. « Ik denk dat ze je elke nacht in de gaten houdt. »

Peter keek op, hoop flikkerde in zijn ogen. « Als ik tegen haar praat, zal ze me dan horen? »

Henry knikte. « Altijd. »

Peter sloot zijn ogen en fluisterde in de nacht: « Welterusten, mama. Ik hou van je. »

Peters vraag bleef hangen en bleef in het gezin hangen.

Op een middag zat Henry met haar man Mark te praten over hoe ze Peter konden helpen genezen.

« Hij blijft maar vragen waarom hij niet met haar naar bed kan, » zei Henry, haar stem brak. « Hoe leg ik zoiets definitiefs uit? »

Mark kneep in haar hand. « Misschien hoeven we het niet uit te leggen. Misschien moeten we gewoon luisteren. »

Henry knikte met tranen in haar ogen. Ze besloot er voor Peter te zijn, zijn vragen met liefde te beantwoorden, zelfs als de antwoorden onmogelijk waren.

Die nacht vond Henry Peter zittend op de grond, omringd door de spullen van zijn moeder.

Ze ging naast hem zitten en trok hem op haar schoot. « Peter, wil je over mama praten? »

Peter knikte, zijn stem zacht. « Ik mis haar. »

Henry streek door zijn haar en hield hem stevig vast. « Ik mis haar ook, lieverd. »

Peter keek op en keek onderzoekend. « Zal ik haar ooit nog zien? »

Wordt vervolgd op de volgende pagina 👇

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire