Niemand verrassend waar ze vandaan kwam. Een klein meisje, ongeveer zes jaar oud, stond op het trottoir in een elegante witte jurk – ook ze net van een feestje kwam.

Mensen staan opvallend. Iemand heeft aangeraden om water voor haar te halen, een ander zei dat ze de kinderbescherming bellen nodig heeft. Het meisje zag er verzorgd uit, niet zoals een dakloos soort. Maar ze bleven stil, totdat ze fluisterde:
— Ik hoorde stemmen…
Dat maakt iedereen ongemakkelijk. Uiteindelijk belde iemand de politie.
Vijftien minuten later is er een jonge sergeant — met vermoeide ogen. Hij hurkte naast het meisje neer en sprak zachtjes:
— Hoi. Hoe heet je? Waar zijn je ouders? Waarom ben je hier alleen?
Het meisje keek de agent aan en zei met een zachte stem:
— De stemmen stemmen dat ik het huis moest verlaten.
— Welke stemmen, liever?
De agent schrok van wat het meisje daarna zei