Gisteravond nam mijn vriend me mee uit eten om eindelijk zijn familie te ontmoeten.
Nadat hij me aan zijn ouders had voorgesteld, draaide hij zich met een brede grijns naar me toe en zei: « Hopelijk heb je je portemonnee bij je, we hebben ontzettende honger. » Ik stond als versteend.
Toen stond zijn vader plotseling op, en mijn hart stond bijna stil toen hij er snel aan toevoegde: « Rustig maar, we maken maar een grapje. » De hele tafel barstte in lachen uit.
Het drong tot me door dat ze alleen maar de sfeer wilden verlichten, hoewel hun gevoel voor humor veel brutaler was dan ik had verwacht.
Mijn gezichtsuitdrukking moet mijn schok hebben verraden, want mijn vriend kneep snel in mijn hand en verzekerde me dat ze geen kwaad in de zin hadden. Toen de spanning was weggezakt, nodigde zijn moeder ons hartelijk uit om aan tafel te gaan voor het diner.
Het huis was gevuld met de uitnodigende geur van vers brood en geroosterde groenten, terwijl er zachte muziek op de achtergrond speelde. Langzaam verdwenen mijn zenuwen toen zijn familie verhalen uit zijn jeugd begon te vertellen – verhalen die ik nog nooit eerder had gehoord, vooral die over hoe hij probeerde pasta te maken zonder water.