Uit het leger kwam de zoon niet met lege handen terug, maar met een kind.
Gewoonlijk gebeurt zoiets met meisjes, maar deze keer kwam de jongen met een baby.
Matei deed zijn militaire dienst in de Baltische Staten.
Thuis wachtte een meisje op hem, die zelfs naar de eedaflegging was gekomen.
Maar hij bezweek voor de verleiding en begon iets met een jonge lokale vrouw.
Zij beviel en wilde afstand doen van het kind.
Haar ouders hadden Matei kunnen dwingen met haar te trouwen, maar ze gaven niets om hem.
De jongen smeekte haar het meisje niet in de steek te laten, en beloofde dat hij haar na zijn diensttijd zou meenemen.
Het meisje werd geregistreerd als Regina, met zijn achternaam en zijn voornaam als patroniem.
Na een paar maanden kwam Matei thuis met het kind.
In het begin waren zijn ouders geschokt, maar daarna accepteerden ze het — ze boden hulp, zorg, vreugde.
Zijn vriendin vergaf hem echter zijn verraad niet.
Matei hechtte zich aan het kind, gaf zijn fout toe en vond dat alles zijn schuld was.
Al snel verscheen er een andere vrouw in zijn leven.
Zij wilde trouwen en was bereid het meisje op te voeden.
Na de bruiloft verhuisden ze naar haar huis, want zij wilde niet bij zijn ouders wonen.
Zij bleef thuis, hij werkte.
Maar het kind was onrustig, de vrouw was gespannen.
Op een dag kwam Matei overdag thuis — het meisje huilde in een mand onder het bed, en erboven zat een kat.
Woedend pakte hij het meisje op en bracht haar naar zijn ouders — en hij keerde niet meer terug.
Hij vroeg de scheiding aan.
Maar de vrouw was al zwanger.
Ze beviel en bracht het kind in dezelfde mand.
Ze zei rechtuit:
— “Of je neemt hem, of ik breng hem naar het weeshuis.”
De baby had moedermelk nodig, en Matei bracht hem dagelijks om gevoed te worden.
In het begin gaf ze borstvoeding, daarna gaf ze hem alleen de melk, en uiteindelijk — verbond ze haar borsten:
— “Red jezelf maar.”
Op een dag vertelde een buurvrouw hem over een meisje uit een dorp, dat verkracht was.
Ze was bevallen, had veel melk en was een goed mens.
Ze kwam uit een arm gezin, leek op een sprookjesheldin — roodharig, met sproeten, haar uiterlijk maakte geen indruk.
Matei stemde toe, volledig uitgeput — lichamelijk en geestelijk.
Het belangrijkste was dat de kinderen het warm hadden.
Ze gingen het vragen.
Er was niet veel overreding nodig.
Matei stemde zonder veel emoties toe.
Ze trouwden, en hij bracht haar naar huis.
Zij met haar kind, hij — met twee.
Ze heette Uliana.
Ze wiegde onmiddellijk de baby’s met een wiegelied, zo teder dat Matei in slaap viel.
Met de tijd kwam alles in een normaal ritme.
Uliana was vlijtig, hielp haar schoonouders.
Matei respecteerde haar, hoewel hij haar in het begin niet als een vrouw zag.
Zij werd niet boos — misschien begreep ze het, of wilde ze niet meer.