« Eindelijk ben ik van je af. Ik had nooit met een man zoals jij moeten trouwen. Je was me nooit waard. Dacht je nou echt dat een vrouw van je kon houden? Ik was alleen bij je voor je geld. Je bent zielig. »
Arvind bleef stil.
Zijn ogen verraadden de pijn, maar zijn stem was kalm.
De rechter wierp Radhika een strenge blik toe.
Maar ze stopte niet —
« Wat is er gebeurd, Arvind? Denk je dat iemand je hier zal verdedigen? Je zult altijd blijven wie je altijd was: een smerige, zwarte man die zijn plaats vergat! »
De rechtszaal viel stil.
Arvind balde zijn vuisten, maar zei niets.
Slechts één gedachte echode in hem: « Hoe heb ik kunnen leven met een vrouw die me zo diep haatte? »
Radhika bleef gif spuwen:
« Luister, etterbak! Jarenlang heb ik mijn afkeer verborgen gehouden. Je aanraking maakte me misselijk. Ik was alleen bij je voor het geld. Je was nooit iets waard – niet toen, niet nu! »
Arvind keek haar eindelijk aan.
Zijn ogen waren vochtig, maar zijn stem was vastberaden.
« Radhika… was alles tussen ons een leugen? Voelde je dan helemaal niets echts? Zelfs geen moment? »
Ze grijnsde koud:
Nooit. Je aanraking, je woorden, je aanwezigheid alleen al walgden me. Ik heb je vanaf het begin bedrogen – met meer dan één man. Je was nooit genoeg voor me.
De rechtszaal mompelde.
De rechter wreef over zijn voorhoofd, maar Radhika bleef doorgaan.
« Waarom wil je dat weten? Je kon me nooit bevredigen. Je vieze huid, je smerige aanwezigheid – je maakte me misselijk. »
Tranen rolden uit Arvinds ogen, maar hij boog zijn hoofd niet.
« Heb je ooit iets goeds in mij gezien? Ooit? » vroeg hij zachtjes.
« Nooit, » antwoordde Radhika.
« Ik zag alleen je geld. Nu alles voorbij is, zal ik niet langer doen alsof. Iedereen kan zien wat je bent: afval dat zijn waarde is vergeten. »
De rechter haalde diep adem, tilde de documenten op en zei:
“Mevrouw Radhika Sharma, nu is het mijn beurt om te spreken.”
Radhika rolde met haar ogen, alsof het er niet toe deed.
De rechter vervolgde:
Terwijl je hem beledigde, heb ik een aantal belangrijke details van deze zaak bekeken. Wat ik heb gevonden, verandert alles.
Radhika’s glimlach verdween.
« Wat bedoel je? Is dit een stomme juridische truc? Schiet op, ik wil weg uit dit circus. »
De rechter hief een papier op en zei koud:
“Alles waarvan je gelooft dat het van jou is… is in werkelijkheid niet van jou.”
Er viel een stilte.
Radhika schreeuwde:
« Wat een onzin! Het huis, de auto, alles is van mij! Ik heb het zwaar gehad om met deze smerige zwarte man te leven! »
De rechter antwoordde kalm:
« Alles wat je hebt gebruikt, alles wat je hebt gekocht, zelfs de sieraden die je vandaag draagt, staat wettelijk op naam van Arvind Sharma. Je ontvangt niets. »
Radhika’s gezicht werd bleek.
Ze begon te trillen alsof de grond onder haar voeten was ingestort.