Onder de watervallen van de kristallen kroonluchters van het landgoed Harrington was de ceremonie een symfonie van kunstmatige perfectie. Een oceaan van gasten in op maat gemaakte haute couture-pakken en -jurken veegde door de grote balzaal, hun gelach net zo minutieus gepolijst als de zilveren borden die ze vasthielden. Verborgen in een vergulde nis mompelde het strijkkwartet Vivaldi’s elegante noten en creëerde zo een verfijnde soundtrack voor het hoofddoel van de avond: de verheerlijking van Harringtons naam.
Vanavond was die glorie blijkbaar gericht op Christopher Harrington. Zijn recente promotie tot algemeen directeur van de wereldwijde investeringsmaatschappij van de familie was de reden voor champagne, hapjes en een zorgvuldig samengestelde gastenlijst. Elk gepolijst oppervlak, van marmeren vloeren tot antieke spiegels, weerspiegelde een beeld van immense rijkdom en onwrikbare stamboom. Maar onder de glanzende schelp zat een bittere, bijtende wrok, waarvan de bron bovenaan de familietafel lag.
Beatrice Harrington was de architect van deze wereld. Gesmeed in de smeltkroes van vroegere rijkdom en meedogenloze ambitie, leidde de vrouw haar gezin als een koningin die toezicht hield op haar koninkrijk. Haar houding was onberispelijk, haar zilveren haar gestyled in een onberispelijke knot en haar blik zo scherp en onverbiddelijk als glas. Ze bouwde de nalatenschap van Harrington op twee pijlers: absolute kracht en een onberispelijk uiterlijk.
Achter de lange, mahoniehouten tafel zat de grootste bedreiging voor deze illusie: Elena, de vrouw van Christopher. In de achtste maand van de zwangerschap was ze de belichaming van kalme schoonheid in een jurk van lichtblauwe zijde, die als zacht water rond haar silhouet stroomde. Haar glimlach straalde een zachte, oprechte warmte uit, maar in het diepst van haar bruine ogen smeulde een stille voorzichtigheid. Ze was een buitenstaander die op de een of andere manier door de muren van het fort was gebroken, en Beatrice liet haar dat nooit vergeten.