ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Ruim een kamer in huis op, want mijn ouders gaan daar nu wonen,” presenteerde mijn man me met een voldongen feit.

Maak een kamer vrij in het huis, mijn ouders gaan daar nu wonen, zei mijn man tegen me, alsof het al beslist was.

Lotte zat achter haar bureau toen er op de kantoordeur werd geklopt. Maarten gluurde naar binnen, keek rond alsof hij de ruimte voor het eerst zag.

Mag ik binnenkomen? vroeg hij, hoewel hij al binnen was.

Ze knikte zonder van haar scherm op te kijken. Het huis had ze vijf jaar geleden geërfd van tante Lies. Ruim, licht, met drie slaapkamers. Eén had ze omgetoverd tot een perfecte werkplek hier heerste rust en orde.

Luister, begon haar man, terwijl hij op de rand van de bank ging zitten, mn ouders klagen weer over de drukte in de stad.

Lotte draaide zich nu naar hem toe. Na tien jaar huwelijk herkende ze zijn toon. Er klonk iets onzekers in.

Mam zegt dat ze slecht slaapt door het lawaai, vervolgde Maarten. En pap is het gezeul van alles beu. Plus, de huur gaat alleen hoger.

Ah, zei ze kort, en draaide zich weer naar haar werk.

Maar de gesprekken over zijn ouders stopten niet. Elke avond bedacht Maarten een nieuwe reden om hun problemen te noemen. Soms was het de hoge bloeddruk door de stadslucht, dan de luidruchtige buren boven hen, dan weer de te steile trap in het gebouw.

Ze verlangen naar rust, snap je? zei hij eens tijdens het eten. Naar een thuis, waar het stil is.

Lotte kauwde langzaam, peinzend. Maarten was nooit een prater geweest. Die getreuzel over zn ouders voelde vreemd.

En wat stel je voor? vroeg ze voorzichtig.

Niks bijzonders, haalde hij zijn schouders op. Denk er alleen aan.

Een week later viel het Lotte op dat haar man vaker haar kantoor binnenkwam dan normaal. Eerst onder het mom van documenten zoeken, later zomaar. Hij bleef dan bij de muur staan, alsof hij iets opmat met zijn ogen.

Leuk kamertje, merkte hij op een avond op. Licht, ruim.

Lotte keek op van haar papieren. Er klonk iets in zijn stem. Iets wat leek op taxeren.

Ja, ik werk hier graag, antwoordde ze.

Weet je, zei Maarten, terwijl hij naar het raam liep, misschien moet je overwegen je werkplek naar de slaapkamer te verplaatsen? Daar kun je ook een bureau neerzetten.

Er trok iets samen in haar. Lotte legde haar pen neer en keek hem strak aan.

Waarom zou ik verhuizen? Hier zit ik goed.

Nou ja, ik weet het niet, mompelde hij. Dacht er gewoon aan.

Maar het idee liet haar niet los. Lotte merkte hoe Maarten haar kantoor inspecteerde, alsof hij de meubels al verplaatste in zijn hoofd. Hoe hij bleef staan bij de deurpost, alsof hij iets anders zag.

Luister, zei hij een paar dagen later, is het niet tijd om je kantoor vrij te maken? Voor het geval dat.

Het klonk als een uitgemaakte zaak. Lotte schrok.

Waarom moet ik de kamer vrijmaken? vroeg ze scherper dan ze bedoelde.

Gewoon, aarzelde Maarten. Ik dacht dat we een logeerkamer konden hebben.

Maar ze begreep het al. Al die gesprekken over zijn ouders, al die terloopse opmerkingen het waren puzzelstukjes van een plan waar zij geen deel van uitmaakte.

Maarten, zei ze langzaam, zeg het gewoon. Wat is er aan de hand?

Hij draaide zich naar het raam, ontweek haar blik. Er viel een stilte. Lotte wist het er was al iets besloten. Zonder haar.

Maarten, herhaalde ze stevig, wat is er aan de hand?

Haar man draaide zich langzaam om, zijn gezicht stijf van ongemak. Maar er flikkerde iets door zijn ogen vastberadenheid.

Mn ouders hebben echt genoeg van de stad, begon hij voorzichtig. Ze hebben rust nodig, snap je?

Lotte stond op van haar bureau. Een onrust die ze weken had genegeerd, groeide in haar.

En wat stel je voor? vroeg ze, terwijl ze het al raadde.

We zijn één familie, zei Maarten, alsof dat alles verklaarde. We hebben een kamer over.

Over. Haar kantoor, haar plek, haar werkruimte een kamer over. Lotte balde haar vuisten.

Dit is geen kamer over, zei ze langzaam. Dit is mijn kantoor.

Ja, maar je kunt in de slaapkamer werken, haalde hij zijn schouders op. En mijn ouders hebben geen andere plek.

Het klonk ingestudeerd. Lotte begreep dit gesprek was niet de eerste. Alleen niet met haar.

Maarten, dit is míjn huis, zei ze fel. En ik heb nooit gezegd dat je ouders hier komen wonen.

Maar je vindt het toch niet erg? kaatste hij terug, met een irritante ondertoon. We zijn familie, toch?

Weer dat excuus. Familie. Alsof dat betekende dat ze geen stem had. Lotte liep naar het raam, probeerde rustig te blijven.

En wat als ik het wél erg vind? vroeg ze zonder zich om te draaien.

Doe niet zo egoïstisch, viel hij uit. Het gaat om bejaarde mensen.

Egoïstisch. Omdat ze haar werkplek niet wilde opgeven. Omdat ze vond dat dit soort dingen besproken moesten. Lotte draaide zich naar hem om.

Egoïstisch? herhaalde ze. Omdat ik wil dat mijn mening telt?

Wordt vervolgd op de volgende pagina 👇

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire