Wat is azijn?
De term « azijn » of « vinaigre » vindt zijn oorsprong in het Latijn, waar « vinum » wijn betekent en « aigre » zuur. Azijn dateert uit 5000 voor Christus en wordt beschouwd als een van de wonderbaarlijke geschenken van de natuur. De Babyloniërs gebruikten azijn, afkomstig van dadelpalmen, voor voedsel, conservering en inmaken. Oude Egyptische potten uit 3000 voor Christus bevatten ook sporen van azijn. Door de geschiedenis heen is azijn gebruikt voor koken en medicinale doeleinden. Hippocrates raadde het aan voor de behandeling van verkoudheid. In de Bijbel gaf het smaak aan gerechten en hielp het bij genezing.
Geschiedenis van appelazijn
Appelazijn, dat zijn oorsprong vindt in China en Afrika, wordt al eeuwenlang gebruikt als alternatieve geneeswijze. Het werd van oude nomadische stammen zoals de Ariërs doorgegeven aan de Romeinen en Grieken, en ontwikkelde zich tot appelazijn. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebruikt voor de behandeling van wonden en gebruikten samoeraikrijgers het voor kracht. Merries aten het om de ophoping van vetweefsel te voorkomen. De Romeinen beschouwden het niet alleen als een gezondheidsbehandeling, maar ook als een belangrijk hulpmiddel bij de verovering van de Alpen.
Wat is appelazijn?
Appelazijn is in principe appelsap dat door gist tot alcohol wordt gefermenteerd. Vervolgens zet bacteriële fermentatie de alcohol om in azijnzuur, wat de kenmerkende zure smaak en sterke geur aan azijn geeft. Appelazijn staat bekend om zijn antimicrobiële en antioxiderende werking en kent diverse toepassingen.