De gepolijste marmeren vloeren van LAX weerkaatsten de schittering van de ochtendzon terwijl Richard Hale, een van Los Angeles’ machtigste vastgoedmagnaten, vol zelfvertrouwen door de privéterminal liep. Jarenlang had hij een imago van een onaantastbare man opgebouwd – exorbitant dure pakken, snelle auto’s en meedogenloze beslissingen die zijn concurrenten verpletterden.
Advertentie
Vandaag echter doorbrak een detail deze zorgvuldig opgebouwde façade. Aan zijn arm hing een lichtroze Dior-tas. Deze tas was niet van zijn vrouw.
Naast hem liep Clara Rossi, zijn maîtresse. Jong, elegant en hunkerend naar erkenning, wilde ze dat de hele wereld wist dat ze geen geheim meer was. Ze had erop aangedrongen dat ze via de centrale vertrekhal zouden gaan in plaats van discreet aan boord van het privévliegtuig te stappen.
« Mensen moeten ons samen zien, » had ze gemompeld, met een zelfvoldane glimlach achter haar zonnebril.
Richard had niet geprotesteerd. Voor één keer wilde hij de regie in handen hebben. Clara’s tas dragen leek misschien onschuldig, maar in zijn wereld – waar imago alles was – was het een statement. Een subtiel teken dat hij zijn oude leven achter zich liet.
Advertentie
De terminal bruiste van de activiteit: zakenmensen met haast, overvolle families, vluchtaankondigingen. Maar naarmate ze verder liepen, nam het lawaai af. Gesprekken verstomden. Oogcontacten werden gemaakt. Telefoons werden omhoog gehouden, klaar om te filmen.
Richard voelde de verandering onmiddellijk. Een zware spanning beklemde zijn borst. Hij volgde de blikken – en verstijfde.
Aan de andere kant van de terminal stond, kaarsrecht als een standbeeld, Elena Hale, zijn vrouw met wie hij al twaalf jaar getrouwd was. Haar haar was warrig, haar gezicht vermoeid, zonder make-up. Toch vulde haar aanwezigheid de hele ruimte.
Maar ze was niet alleen.
Vier kleine jongetjes klampten zich vast aan haar rok, identiek met hun donkere krullen en grote ogen. Een vierling. Haar zonen.
De Dior-tas gleed uit Richards arm en viel met een zware klap op de grond. Het geluid galmde als een traan.
Een gemompel van angst golfde door de menigte. Telefoons kraakten. Clara verstijfde naast hem. Richards mond ging open, maar er kwamen geen woorden uit.
Een van de jongens trok aan de hand van zijn moeder en vroeg met een zachte stem:
« Mam, is dat papa? »
Het was volkomen stil.