De wereld van Thomas Michels stortte in toen hij de straatjongen op de stoep zag zitten, blootsvoets en vuil, een plastic zak tegen zijn borst geklemd – en om zijn nek een ketting die Thomas als aan de grond genageld hield. Het was een gouden, stervormige hanger met een kleine smaragd in het midden. Hij kende hem door en door. Er bestonden er maar drie. Eén ervan was van zijn dochter Sofia geweest, die vijf jaar geleden spoorloos verdwenen was.

Nu, vijf jaar later, stond Thomas – 42 jaar oud, een vastgoedmagnaat met een vermogen van meer dan 300 miljoen dollar – te staren naar die onmogelijke hanger op de arm van een jongetje van niet ouder dan tien. Rommelig bruin haar, gekneusde armen, doordringende blauwe ogen – de gelijkenis was treffend. Zonder na te denken stopte Thomas zijn Bentley midden in het verkeer en snelde naar het kind toe.
De jongen deinsde achteruit als een gewond dier. Thomas hurkte neer, kalm maar dringend. ‘Die ketting… waar heb je die vandaan?’
‘Ik heb het niet gestolen,’ mompelde de jongen, terwijl hij zijn tas stevig vasthield. ‘Het is van mij.’