Haar blik dwaalde langzaam van Lila naar de man naast haar, en vervolgens weer terug naar mij.
‘Mama?’ zei hij, zijn stem onzeker. Dat woord was pas net bij hem in zijn vocabulaire terechtgekomen. Heel voorzichtig in het begin. Om hem te testen. Maar het raakte me nog steeds elke keer weer diep.
Lila straalde meteen, alsof ze op dit moment had gewacht. « Mijn lieveling! Ik ben het! »
Ze stapte naar voren, breed glimlachend en haar armen half omhoog.
Evan verroerde zich niet. In plaats daarvan deed hij een kleine stap achteruit en schoof zijn hand in de mijne.
‘Jij bent mijn moeder niet,’ zei hij kalm maar vastberaden. ‘Zij wel.’
Lila’s glimlach verdween. « Wat? Evan, ik… »
‘Je hebt me in de steek gelaten,’ zei hij. ‘Dat heeft ze niet.’
Haar stem was vastberaden. Er klonk geen woede in, alleen de waarheid. En dat maakte de situatie des te pijnlijker.
Even was het stil op de veranda. Daniël schraapte opnieuw zijn keel, maar zei niets.
Lila zag eruit alsof ze een klap had gekregen.
Evan draaide zich naar me toe, terwijl hij mijn hand nog steeds vasthield. « Moet ik met haar praten? » fluisterde hij.
« Nee, » antwoordde ik, luid genoeg zodat ze het allebei konden horen. « Dat hoeft niet. »
Ik stapte naar voren om Evan te beschermen. « Je moet vertrekken. Nu. »
Lila opende haar mond om te protesteren, maar Daniel legde een hand op haar schouder. « Laten we gaan, » zei hij vastberaden.
Ze maakte geen bezwaar. Ze wierp me nog één laatste dreigende blik toe, draaide zich om en liep met hem de trap af.
Evan en ik stonden daar en keken toe hoe ze de oprit af verdwenen.
Die nacht heb ik nauwelijks geslapen. Ik wist dat ze het niet zo gemakkelijk zou opgeven.
De week daarop kwamen de papieren binnen. Lila vroeg om de voogdij.