Mijn naam is Dindo, 34 jaar oud en ik werk als salesmanager. Mijn vrouw – Hanna – was ooit een oogverblindend mooie vrouw: gracieus, subtiel en met een kalmte die elke chaos kon verzachten.
We waren al meer dan drie jaar getrouwd. Het leven was niet slecht. Stabiel.
Maar vier maanden geleden veranderde alles toen Hanna door een auto-ongeluk aan één kant van haar lichaam verlamd raakte. Sindsdien moest ze het bed houden en had ze bij elke beweging hulp nodig.
Ik probeerde voor haar te zorgen – echt waar. Maar ik ben een man. En maanden zonder intimiteit maakten me langzaam gek. Hanna lag daar maar, me aanstarend met die vermoeide, stille ogen. En ze zei nooit iets.
Ik begon het koud te krijgen.
En toen kwam Trish, mijn collega – sexy, flirterig en gevaarlijk veelbelovend. De berichtjes begonnen onschuldig. Toen de handgebaartjes. Toen kwam een zakenreis naar Tagaytay. En ik gaf toe.
Ik liet Hanna thuis – tien dagen lang. Geen telefoontjes. Geen berichtjes. Niets dan gestolen nachten, verhitte momenten, en Trish’ goedkope parfum dat in mijn hoofd brandde.
Toen kwam ik thuis.
En ik verstijfde zodra ik de deur opende.
Hanna stond voor me, koeltjes leunend tegen de bank, gekleed in een prachtige zwarte jurk en met haar haar in een nette knot.
staand.
Ik struikelde:
— “H-Hanna Jij bent—?
Haar toon was zacht maar sarcastisch:
—“De dokter vertelde me twee weken geleden dat ik met therapie weer kon lopen. Maar ik heb het je niet verteld. Ik wilde zien… wat je zou kiezen.”
Ik was gedempt.
Ze richtte haar blik op de tafel. Ik keek – en zag mijn moeder, mijn zus, ons dienstmeisje
— alle bijbehorende.
Op tafel lag een telefoon met live-streambeelden van een verborgen camera: Trish en ik, verstrengeld in de lakens van het hotel.
Ze had weer last van mij en zei:
—“Ik geloofde altijd dat, zelfs als ik nutteloos zou worden, ik het zou overleven zolang jij nog van me hield. Maar nu zie ik… de meest verlamde persoon in dit huis… was ik niet.”
Ik zakte door mijn knieën.
Maar het was al te laat.
Weken later ontving ik de nietigverklaringspapieren. Het huis? Overgeschreven op Hanna’s naam.
Ik verloor alles. Mijn eer. Mijn huis. Mijn baan.
Alles voor tien dagen plezier.
En toen wist ik het echt: sommige vrouwen zijn niet stil omdat ze zwak zijn, maar omdat ze wachten.
En ze draaien zich niet om als ze eindelijk weg zijn.
Het zou een foto van een auto en drie personen kunnen zijn.