Maar het was weg.
De hanger hing leeg aan de plafondventilator. Mijn hart kromp ineen.
« MAM! » schreeuwde ik. « Mijn jurk – hij is weg! »
Ze rende naar beneden, haar krulspelden nog in haar haar. Haar gezicht werd bleek toen ik naar de lege hanger wees.
« Misschien heeft iemand het verplaatst? » vroeg ze hoopvol.
Het hele huis begon koortsachtig te zoeken. Kasten, slaapkamers, wasruimte – niets. Jake controleerde zelfs de achtertuin.
Iedereen was in de war en bezorgd. Iedereen… behalve Stacey.
Ze was weg. Mam zei dat ze vroeg was vertrokken om een vriendin te bezoeken.
Om niet uit elkaar te vallen, koos ik voor een oude gebroken witte galajurk die ik in mijn kast vond. Het voelde niet goed, maar ik had geen keus.
Twee uur later stond ik achter in de kerk, gekleed in die reservejurk, en probeerde te glimlachen.
Zodra de muziek begon, gingen de kerkdeuren achter mij krakend open.
En daar was ze.
Stacey.
Ik draag mijn trouwjurk.
Ze zag er stralend uit, met een boeket in haar hand, terwijl ze zelfverzekerd door het gangpad liep alsof ze daar thuishoorde.
Ze bereikte het altaar en draaide zich naar de verbijsterde gasten.
« Het spijt me, » zei ze met vaste stem. « Maar deze dag had van mij moeten zijn. »
Er klonk gehijg in de lucht.
« Ik ben tien minuten ouder. Ik had de eerste moeten zijn die trouwde. Maar Emily – zij krijgt altijd alles. De betere baan, de leukere vriend, ieders lof. »
Eindelijk vond ik mijn stem. « Stacey, wat ben je aan het doen? »
Ze keek me aan met waterige ogen. « Ik ben het zat om in jouw schaduw te leven. Ik wilde me gewoon even gezien voelen. Me bijzonder voelen. »
Er heerste een doodse stilte in de kamer, totdat moeder opstond van haar stoel.
Ze liep rustig naar het altaar en pakte mijn hand.
« Dit is Emily, » zei ze duidelijk. « Haar dag. Haar bruiloft. Stacey, ik hou van je. Maar het stelen van de vreugde van je zus is niet de manier om onze pijn te helen. »
Haar stem brak. « Als je pijn hebt, kom je naar mij. Maar je doet je zus geen pijn om jezelf beter te voelen. »
Stacey’s uitdagende masker wankelde. Ze deinsde achteruit, met trillende lippen, en trok zich zwijgend terug naar de achterste bank.
Mama draaide zich naar mij om, haar ogen vol tranen.