Mij? Ik heb een envelop ontvangen.
Een klein, crèmekleurig exemplaar met mijn naam geschreven in haar zorgvuldige handschrift.
De envelop
De kamer gonsde van opwinding toen mijn familieleden fluisterden over hun nieuwe rijkdom. Ze merkten me nauwelijks op toen de advocaat me de envelop overhandigde.
Hij legde het voorzichtig in mijn handen en zei zachtjes: « Je moeder hield meer van je dan van wie dan ook. »
Ik knikte, hoewel mijn keel te dicht zat om te spreken.
Binnenin zat een enkele sleutel en een stukje papier met een adres. Geen uitleg. Geen briefje. Alleen dat.
Ik verliet het kantoor verdoofd. Mijn broer riep me grijnzend na: « Ik denk dat ze toch niet veel van je dacht. »
Maar op de een of andere manier wist ik dat er meer aan de hand was.