Mijn moeder overleed op een dinsdagochtend in oktober. Marcus was aan het werk. Hij zei dat hij geen vrije dagen meer kon opnemen. Ik was aan zijn bed en hield zijn hand vast tot zijn laatste adem.
De begrafenis was ontroerend. De kerk zat vol. Marcus speelde de rol van steunende echtgenoot, maar hij bleef me vragen stellen over het testament.
De dag na de begrafenis, terwijl ik nog in mijn pyjama zat, omringd door condoleancekaarten, kwam Marcus de kamer binnen.
« Shanice, we moeten praten. »
Hij vertelde me dat hij wilde scheiden. Twee dagen na de dood van mijn moeder. Ik verstijfde van schrik.
De volgende ochtend kwam hij terug met de reeds ingediende scheidingspapieren. Hij sprak kalm over de verdeling van de bezittingen, de verkoop van het huis en een « eerlijk proces ». Hij liet zelfs doorschemeren dat de erfenis van mijn moeder verdeeld zou worden.
Op dat moment begreep ik dat alles om geld draaide.
Ik heb diezelfde dag nog met meneer Bernard Jackson gebeld. Hij verwachtte me.
In zijn kantoor legde hij me uit dat mijn moeder zes maanden eerder alles had geregeld. Ze had een trust opgericht ter bescherming van haar nalatenschap.
Alles wat ze me naliet – het huis, de spaargelden, de levensverzekering, de beleggingen – werd ondergebracht in een onherroepelijke juridische structuur, uitsluitend op mijn naam.
Er kon niets gedeeld worden. Geen cent.
Hij las me een brief voor die hij eigenhandig had geschreven:
« Een moeder weet het. Ik zag wat jij nog niet kon zien. Deze erfenis is jouw vrijheid. »
Ik heb lang gehuild. Niet alleen om het geld, maar ook om de liefde en helderheid van mijn moeder.
Op advies van de advocaat liet ik Marcus geloven dat hij zijn deel zou krijgen. Ik noteerde elk woord en elk verzoek van hem. Tot de dag dat hij me om 100.000 dollar « vooruit » vroeg voor een dubieuze investering.
Het was hét moment.
Er werd een afspraak gemaakt met zijn advocaat. Meneer Jackson presenteerde de feiten kalm. De trust was wettelijk, solide en onaantastbaar.
Marcus barstte van woede. Hij besefte dat hij niets zou winnen.
Ik stond op en zei hem dat hij voorgoed uit mijn leven moest verdwijnen.