Ik bevroor.
Ik zou die stem overal herkennen.
Ik draaide me om – en daar was hij. Merken. Hand in hand naast Emily staan.
Maar het was niet Emily’s gezicht dat zijn aandacht trok. Het was van Jacob.
Mijn kleine jongen gluurde verlegen achter me, zijn speelgoedvrachtwagen vastgeklemd. En op dat moment verdween alle kleur uit Marks gezicht.
Hij staarde naar Jakob alsof hij een geest zag. Zijn kaak spande zich aan, zijn vingers gleden uit Emily’s hand.
Toen wist ik het. Hij zag het ook – de gelijkenis. Hetzelfde zanderige haar. Dezelfde kuiltjes die verschenen toen Jakob glimlachte.
Mijn zoon was het spiegelbeeld van zijn vader.
Het moment van de waarheid
« Claire, » fluisterde hij met trillende stem, « die… Wie is dat? »
Ik ontmoette zijn ogen. « Hij is mijn zoon. »
Emily lachte nerveus, maar Mark niet. Zijn blik bleef gericht op Jacob. Zijn lippen gingen uit elkaar, zijn stem nauwelijks hoorbaar.
« Is hij… de mijne? »
Het lawaai van de markt vervaagde. Emily’s gezicht werd bleek. « Wat bedoel je met de jouwe? » vroeg ze met stijgende stem.