Tranen vertroebelden Maria’s zicht. Ze kon de stem van haar overleden echtgenoot bijna in gedachten horen, kalm en vastberaden: Bescherm haar. Bescherm haar altijd.
Op dat moment nam Maria een besluit – een stil maar vastberaden besluit. Ze pakte de telefoon weer, niet uit gewoonte, maar uit vastberadenheid. Ze draaide drie nummers, belde drie mensen die haar konden helpen haar volgende stap te veranderen. Haar stem was kalm, haar woorden helder. Ze verhief haar stem niet, maar sprak oprecht en met overtuiging.
Toen ze eindelijk ophing, kalmeerde haar ademhaling. Ze wist niet hoe Eliza zou reageren, noch hoe Daniels familie zou reageren. Maar één ding was zeker: de bruiloft zou niet doorgaan.
Maria leunde achterover in haar stoel, het zachte gezoem van de koelkast vulde de stilte om haar heen. Buiten scheen de zon van Arizona nog steeds fel, maar diep vanbinnen broeide er een storm.
Haar eerste telefoontje was naar haar schoonzus, Margaret Jensen, die na de dood van haar vader Eliza’s tweede moeder was geweest. Maria vertelde wat ze had opgevangen, haar stem gespannen maar onverstoorbaar. Margaret aarzelde geen moment. « Mary, als Karen Carter zich nu op haar gemak voelt om over je te praten, stel je dan eens voor hoe ze Eliza later zal behandelen. Je hebt er goed aan gedaan om het me te vertellen. Ik zal met haar praten. »
Het tweede telefoontje was naar haar oude vriend en pastor, dominee Collins, een man wiens kalme raad haar door verdriet, baanverlies en talloze andere stormen had geholpen. Hij luisterde zwijgend voordat hij sprak. « Maria, soms plaatst God ons in situaties waarin we degenen van wie we houden moeten beschermen. Eliza is misschien gekwetst, maar ze heeft de waarheid nodig. Zwijgen zou het grootste verraad zijn. »