Wordt vervolgd…
Het geheim onder het nest 🐝
Toen de rook van Liams geïmproviseerde oven het wespennest begon binnen te dringen, keerde er een onheilspellende stilte terug in de tuin. Het gebrom, dat dagenlang als een motor door hun zolder had gegonsd, verstomde ineens. Liam aarzelde geen seconde en riep naar zijn vader: “Nu! Nu is het veilig!”
Voorzichtig verwijderde James de losgekomen delen van het nest, tot ze opnieuw op het metalen luik stuitten. Met trillende handen schroefde hij de verroeste scharnieren los. De klep kraakte vervaarlijk… en ging open.
Onder het luik lag geen aarde. Geen stenen. Geen wortels. Maar een opening — een tunnel, bedekt met houten planken en bekleed met oud linnen. De geur van vochtige aarde vermengde zich met iets chemisch, iets onnatuurlijks. Emma, die hen had gewaarschuwd uit de buurt te blijven, stond inmiddels achter hen, verstijfd van angst.
“Dat is geen opslagplaats…” fluisterde ze. “Dat is gebouwd. Met een bedoeling.”
Ze daalden langzaam af, hun zaklampen schijnend in het onbekende. De tunnel liep dieper de grond in, tot ze een kleine, stoffige kamer bereikten. Midden in de ruimte stond een houten tafel, bezaaid met vergeelde documenten, injectiespuiten, een stapel cassettebandjes… en een foto.
Op de foto stonden James’ grootvader en nog twee mannen in laboratoriumjassen — achter hen hing een banner waarop stond: « Project Vespa – 1967 ».
“Mijn grootvader werkte voor het Ministerie van Volksgezondheid…” mompelde James. “Maar hij heeft ons nooit verteld waar hij écht aan werkte.”
Op een van de cassettes stond in sierlijke letters geschreven:
🕷️ « Experimentele genetica – horzeltype B. »
Net op dat moment hoorden ze boven zich weer het gezoem aanzwellen. Maar deze keer… was het niet alleen gezoem.
Het klonk als… stemmen. Flarden van gefluister. Onmenselijk. Samensmeltend met het gebrom.
Emma greep James bij zijn arm.
“We hebben een wespennest verstoord… maar dit is niet van de natuur. Dit is iets wat nooit geactiveerd had mogen worden.”