Einde: Wat ondergronds had moeten blijven
Terwijl het gezoem boven hen aanzwol tot een oorverdovend crescendo, grepen James, Emma en Liam instinctief elkaars hand vast. De lucht in de ondergrondse kamer werd dik, alsof hij zinderde van onzichtbare elektriciteit. Liam richtte zijn zaklamp op de muur. Daar stond het gegrift:
“Ze gehoorzamen het geluid.”
James herinnerde zich plots een verhaal dat zijn grootvader ooit, halfdronken en lachend, had verteld:
“Er zijn wezens… gebouwd op instinct, gestuurd door frequentie. En als je de verkeerde toon raakt, luisteren ze niet meer. Dan nemen ze over.”
Een plotselinge klik weerklonk. Liam was per ongeluk tegen een van de cassetterecorders gestoten. De band begon te draaien.
Er klonk een monotone stem:
“Testfase 7. Toename in intelligent gedrag bij Koningin B. Project voortijdig beëindigd wegens oncontroleerbare zwermintelligentie. Locatie afgesloten. Absoluut niet opnieuw activeren.”
Emma’s ogen sperden zich wijd open.
“James… dit is geen bijenonderzoek. Dit was militaire genetica. Ze hebben geprobeerd horzels te programmeren als wapens.”
Plots viel het licht van hun zaklampen uit. Alles werd zwart. Alleen het zwakke rode lampje van de cassette brandde nog. En in de verte, vanuit de tunnel, kwam iets dichterbij… langzaam, ritmisch… als voetstappen — maar veel te licht om menselijk te zijn.
Ze klommen haastig terug omhoog, de cassette nog in James’ hand geklemd. Net toen ze boven kwamen, zagen ze het nest… of wat ervan over was. Het lag opengebroken in kronkelende lagen. En het gezoem… was weg.
In plaats daarvan: stilte.
Maar in die stilte voelde je iets. Alsof de lucht zelf luisterde. Alsof iets zich losgemaakt had uit zijn kerker onder hun tuin.
Liam wees naar de lucht. “Kijk.”
Aan de rand van het bos, aan de oostkant, bewoog iets tussen de bomen. Het was snel. Groter dan een vogel. En het vloog… laag. Laag en geluidloos.
—
Een week later.
Het gezin had hun huis verlaten. De cassette was anoniem verstuurd naar een universiteit. Niemand beantwoordde hun telefoontjes.
Maar op een nacht, in een andere wijk, hoorde een oudere vrouw een vreemd gezoem bij haar tuin. Ze ging naar buiten en zag een metalen kast, half verborgen in het gras. Ze liep dichterbij. En net voordat ze het raakte…
…ging het deurtje vanzelf open.
En binnenin: niets.
Behalve een foto.
Een foto van haar vader…
…en twee mannen in laboratoriumjassen.
—
EINDE.
🧬🐝
“Sommige geheimen kunnen maar beter ondergronds blijven.”