Vanaf die dag woonde Emily in Edwards landhuis. Ze kreeg nieuwe kleren, gezonde maaltijden en werd ingeschreven op de beste privéschool. Toch weigerde Edward haar haar verleden te laten vergeten. Elke zondag nam hij haar mee naar het weeshuis, waar hij haar nederigheid bijbracht en haar herinnerde aan haar afkomst.
Critici noemden het een publiciteitsstunt, de roddelbladen bespotten hem, maar Edward kon het niets schelen. Voor het eerst in decennia weerklonk er gelach in zijn huis. Emily was niet zomaar een verantwoordelijkheid – ze was zijn dochter.
Tien jaar later stond Emily trots in haar afstudeerjurk en hield ze haar afscheidsrede. Haar stem galmde door de hele zaal:
“Jaren geleden stelde iemand me een vraag die mijn leven redde. Niet met woorden, maar met daden. Hij gaf me niet alleen eten, hij gaf me een kans.”
Op de eerste rij veegde Edward tranen weg die hij niet eens had voelen vallen. De zaal barstte in applaus uit. Hij herinnerde zich die avond alsof het gisteren was gebeurd: de trillende stem, de moed van een uitgehongerd kind en het moment waarop zijn hart zich afwendde van imperium naar nalatenschap.
Na haar afstuderen koos Emily ervoor om maatschappelijk werk te studeren en richtte later de « Can I Eat With You? » Foundation op, die zich inzet voor het voeden en opleiden van dakloze kinderen. Edward hield zich aan zijn woord en schonk bijna een derde van zijn fortuin om de missie te ondersteunen.