Hij lachte en antwoordde:
« Ach, bemoei je met je eigen zaken, jij kleine deugniet. »
Vervolgens pakte hij Larissa’s hand en ging met haar naar de grote slaapkamer, dezelfde die hij al meer dan dertig jaar met mijn moeder deelde. We hadden voorgesteld om de kamer voor de bruiloft opnieuw in te richten, maar hij weigerde.
« Het zo laten geeft me rust, » zei hij.
Rond middernacht werd ik wakker door een geluid. Ik dacht dat het de wind was… of misschien een kat in de tuin. Maar toen—een gil. Hoog. Verschrikkelijk.
Mijn zus en ik sprongen uit bed en renden naar de kamer van mijn vader. Achter de deur hoorden we Larissa’s trillende stem:
« Nee! Alsjeblieft… doe dat niet! »
Ik duwde de deur open.