Mijn zus en ik waren geschokt. Larissa was dertig, de helft van de leeftijd van mijn vader.
Ze werkte als accountant bij een plaatselijke verzekeringsmaatschappij, was gescheiden en had geen kinderen. Ze ontmoetten elkaar tijdens een yogales voor senioren in het cultureel centrum.
Aanvankelijk dachten we dat ze misschien misbruik van hem maakte. Maar toen we haar ontmoetten – vriendelijk, beleefd en met een zachte stem – viel ons op hoe ze naar mijn vader keek. En hoe hij naar haar keek. Het was geen medelijden. Het was rust.
De ceremonie vond plaats in de achtertuin van ons ouderlijk huis, onder een grote mangoboom versierd met kleine kaarsjes. Niets extravagants, gewoon een eenvoudige bijeenkomst van vrienden en familie, gebraden kip, frisdrank, gelach en een paar tranen.
Larissa droeg een lichtroze jurk, haar haar opgestoken en haar ogen vol tederheid. Mijn vader leek nerveus maar gelukkig, als een jonge man die voor het eerst verliefd is.
Die avond, terwijl iedereen aan het opruimen was, grapte mijn zus:
« Papa, probeer vanavond geen lawaai te maken, oké! De muren zijn dun! »
Hij lachte en antwoordde:
« Ach, bemoei je met je eigen zaken, jij kleine deugniet. »
Toen pakte hij Larissa’s hand en ging naar de slaapkamer, dezelfde slaapkamer die hij al meer dan dertig jaar met mijn moeder deelde. We hadden hem voorgesteld om de meubels te herschikken voor de bruiloft, maar hij weigerde.
« Het zo laten geeft me rust, » zei hij.
Om middernacht werd ik wakker door een geluid. Ik dacht dat het de wind was… of misschien een kat in de tuin. Maar toen – een gil. Hoog. Eng.
Mijn zus en ik sprongen uit bed en renden naar papa’s kamer. Achter de deur hoorden we Larissa’s trillende stem: