Lily liep ernaartoe en deed de kastdeur open.
Hij piepte van protest.
Binnenin lagen schoenen, sjaals, een oude paraplu en een doos op het bovenste plankje.
Lily had die doos nooit geopend.
Haar moeder had hem haar “herinneringsdoos” genoemd.
Ze stopte er kleine dingen in na lange diensten: een medaille, een foto, een kindertekening, zelfs een kogelhuls waarvan ze zei dat die kwam van “een dag die veel erger had kunnen zijn.”
Het was een doos vol herinneringen.
Maar sinds de dood van haar moeder had niemand die aangeraakt.
Lily reikte en haalde hem naar beneden.
Max ging naast haar zitten terwijl ze hem op de grond opende.
Binnenin lagen stukjes van haar moeders leven.
Haar badge.
Een foto van Max, jong en met heldere ogen, voor een politieauto.
Een handgetekende kaart van Lily, gekrabbeld met ongelijke kleurpotloden:
“Voor Mama en Max — Het beste politieteam!”
En dan, helemaal onderin, een gevouwen brief.
De envelop zei: Voor Lily, als je er klaar voor bent.
Haar handen beefden.
Ze opende hem.
Lieve Lily,
Als je dit leest, betekent het dat het leven een wending heeft genomen waar ik je niet voor kon beschermen.
Het spijt me.
Ik zou alles hebben gedaan om bij je te blijven.
Maar ik wil dat je drie dingen weet:
Ik hield meer van je dan van wat dan ook in deze wereld.
Je maakte me moedig.
Max is niet zomaar een maatje.
Hij is familie.
Hij zal je altijd beschermen.
In deze doos zitten stukjes van mij, maar JIJ bent mijn nalatenschap.
Wees sterk.
Wees vriendelijk.
En als je je verloren voelt, onthoud dan wie je bent: de dochter van een vrouw die vocht voor het goede en een meisje dat al sterker is dan ze denkt.
Met liefde, Mama
Lily huilde niet in het begin.
Ze staarde alleen maar.
Max legde zijn hoofd langzaam in haar schoot, alsof hij precies wist wat er op dat papier stond.
Misschien wist hij het.
Misschien herinnerde hij zich de dag dat Hannah het in de doos deed, met een zachte stem, en zei dat hij goed voor haar meisje moest blijven zorgen.
De volgende dag veranderde er iets in Lily.
Ze werd vroeg wakker en zette de oude politiepet van haar moeder op.
Hij was te groot, maar ze droeg hem als een kroon.
Ze poetste Max’ vacht tot hij glansde.
En toen nam ze hem mee naar het lokale buurthuis, waar ze haar moeder ooit K9-demonstraties voor kinderen had zien geven.
Ze vroeg of zij en Max ook iets mochten laten zien.
In het begin aarzelde de coördinator, maar het verhaal van de veiling was al verspreid.
Mensen wisten wie ze was.
Ze kregen een kans.
Voor twintig kinderen stak Lily haar hand op zoals haar moeder dat deed, en Max gehoorzaamde.
“Zit.”
“Blijf.”
“Bij mijn voeten.”
Zelfs een nep-speurspel met een van Lily’s knuffels, verstopt onder een stoel.
De kinderen klapten.
Max kwispelde.
En Lily glimlachte.
Echt glimlachte.
Die dag werd de eerste van velen.