Het nachtrestaurant was een klein eilandje van tl-licht in een zee van donkere, lege straten. Het was twee uur ‘s nachts. Ik had net een dubbele dienst achter de rug, mijn voeten deden pijn en mijn hoofd was verdoofd. Ik veegde de glimmende chromen toonbank schoon en telde de overgebleven gasten: een vrachtwagenchauffeur achterin, twee stille studenten en de man en het kind.
Ze zaten er al een uur. De man, Mark, was geagiteerd, zijn been stuiterde onder de tafel, zijn ogen schoten constant naar de deur. Het kleine meisje – Lily, misschien drie jaar oud – zat volmaakt, onnatuurlijk stil. Haar bordje, een kleine pannenkoek die ik haar had voorgeschoteld, was onaangeroerd. Ze was bleek, haar grote ogen gericht op het tafelblad, een klein porseleinen popje van een kind.
De man stond abrupt op. « Ik ben even naar het toilet, » snauwde hij tegen het meisje, zijn stem een lage, schorre fluistering. « Beweeg je niet. Durf niet te bewegen. »
Op het moment dat de toiletdeur dichtsloeg, werd de stilte van het kind verbroken. Met een geoefende snelheid die me een rilling over de rug bezorgde, gleed ze uit de cabine. Ze rende niet naar me toe. Ze rende niet naar de deur. Ze rende naar de kleine, goedkope kauwgomballenautomaat bij de ingang.
Mijn eerste gedachte was dat ze gewoon een kind was dat een speeltje wilde. Maar ze had geen genade.
Haar kleine, verwoede vingers rommelden met de kleurrijke plastic capsules in de prijzenbak onderin. Ze probeerde er niet een uit te halen. Ze herschikte ze. Mijn hersenen, traag van uitputting, probeerden te begrijpen wat ik zag. Ze bewoog een rode, een gele, een blauwe.
Sos
Ze keek op, haar kleine, bleke gezicht een masker van pure angst, en haar ogen, wijd open en wanhopig, verstrengeld met de mijne. Op datzelfde moment hoorden we allebei de deur van het toilet opengaan. Ze rende terug naar de wc, hees zich op de vinyl zitting, haar handen in haar schoot gevouwen, haar ogen neergeslagen, weer de perfecte, stille porseleinen pop.
2. De “Allergie”
Mijn hart bonkte in mijn ribben. SOS . Het was een kinderspelletje. Dat moest wel. Maar de blik in haar ogen… dat was geen spelletje.