Ik stond langzaam op, met één hand op de tafel om de druk op mijn pijnlijke knie te verlichten. De stilte in de rechtszaal was zo oorverdovend dat je een naald had kunnen horen vallen.
‘Ja, Edelheer,’ antwoordde ik, verrast door de kalmte van mijn stem. ‘Ik wil een verklaring afleggen.’
Mijn vader liet een kort, nerveus lachje horen. Een geluid dat veel meer bezorgdheid dan minachting verraadde.
De rechter stak onmiddellijk zijn hand op.
— Meneer Carter, nog één keer zo’n lawaai en ik laat u verwijderen.
Mijn vader zakte achterover in zijn stoel. Ik had hem nog nooit zo snel stil zien vallen.
Vervolgens haalde ik de documenten tevoorschijn die ik had voorbereid: een donkerblauwe map, perfect geordend, elke pagina gedateerd, van aantekeningen voorzien en gecertificeerd. Twaalf jaar dienst hadden me administratieve nauwkeurigheid bijgebracht.
‘Hier is het bewijs van de onroerendgoedbelastingbetalingen van de afgelopen twaalf jaar,’ verklaarde ik, terwijl ik een stap naar voren zette. ‘Ze werden allemaal automatisch van mijn persoonlijke rekening afgeschreven. En hier is een kopie van het testament van mijn grootvader, waarin ondubbelzinnig staat dat dit pand van mij is… en van mij alleen.’
Mijn moeder opende haar mond een klein beetje. Haar vingers, waarmee ze haar handtas vastgreep, trilden.
‘Dat is niet mogelijk…’ mompelde ze. ‘We dachten… dat je het niet meer wilde.’
Ik draaide me naar haar toe. Voor het eerst sinds mijn terugkeer keek ik haar echt aan.
— Dat heb je me nooit gevraagd.
De rechter nam de documenten in ontvangst en bestudeerde ze uitvoerig. Ik zag zijn gezichtsuitdrukking veranderen: eerst verbazing, daarna een soort ernstig respect.
« Commandant Carter, » zei hij tenslotte, « dit is allemaal volkomen in orde. Sterker nog, uiterst strikt in orde. »
Mijn vader ging abrupt rechtop zitten.
« Het is doorgestoken kaart! Ze probeert ons gewoon te vernederen! Ze heeft haar familie in de steek gelaten, ze— »
De rechter sloeg met een dreun op de hamer.
— Meneer Carter, dat is genoeg!
Hij keek mijn vader strak aan.
— Uw dochter heeft haar familie niet « verlaten ». Ze diende haar land. Deze rechtbank accepteert uw misbruik van die term niet.
Mijn vader bleef als aan de grond genageld staan, niet in staat om te antwoorden.