Het voelde alsof er ijs op mijn rug viel.
« Onze moeder heeft die documenten nog steeds. Ze had dood kunnen zijn, maar ze was niet voorzichtig. »
« Als het voor een goed doel is, dan doen we het. Er moet nu een plan zijn. »
« We kunnen haar dwingen te tekenen, doen alsof ze over de juiste documenten beschikt. Ze is oud en snel afgeleid. »
En het ergste is dat…
“Kom op, oma, laten we hier weggaan!”
Ik beefde van woede en angst.
Ik deinsde langzaam achteruit. Misschien hoorden ze mijn ademhaling.
Toen ik terugkwam in mijn kamer, kon ik niet slapen.
Toen de zon opkwam, had ik mijn besluit al genomen.
Voordat iedereen wakker werd, ging ik naar beneden en stopte mijn spaargeld van 5 miljoen pesos in een tas, evenals drie eigendomsbewijzen van onroerend goed: een huis in Quezon City, een plantage in Batangas en een huurovereenkomst in Cavite.
Ik belde een taxi en vervolgde mijn reis naar Laguna, naar het huis van mijn jongste dochter, Liza, mijn enige kind.
Ze woont daar al geruime tijd met haar man Arturo.
Zij waren de enigen die niet over geld praatten, dus ik wist dat ik daar veilig was.
Toen ik aankwam, was Liza in shock.
« Mam! Waarom heb je dat niet gezegd? Wat is er gebeurd? »
Ik heb niet meteen antwoord gekregen.
Ik hield haar niet eens stevig vast, want de tranen sprongen in mijn ogen.
“Dochter,” fluisterde ik, “ik wil gewoon even… een pauze nemen.”
De eerste twee dagen had ik het gevoel dat ik langzaam weer op adem kwam.
Liza was vrolijk en liefdevol en er stond altijd warme bouillon op tafel.
Ik dacht dat de problemen voorbij waren.
Vrede, lang geleden… Het is maar tijdelijk.
Op een zaterdagmiddag, terwijl ik de planten in de tuin aan het water geven was, hoorde ik Arturo, mijn schoonzoon, op zijn mobiele telefoon praten.
Zijn stem klonk zacht maar duidelijk in mijn oren:
“Ja lieverd, Amelia is hier.”
“De titels, die heeft zij meegebracht.”
“Als je jouw handtekening krijgt, ontstaat er net als bij het gesprek een splitsing in de commissie.”
Het was alsof al het bloed plotseling uit mijn lichaam verdween.
Ik wilde de grip op de emmer wat losser maken.
Ik kon niet geloven dat zelfs mijn trouwe dochter en schoonzoon een plan hadden voor mijn spullen.
Ik leunde tegen de muur en beefde.
En toen hij zich omdraaide, deed ik snel alsof ik voor de plant zorgde.
Maar sindsdien voel ik mij ongemakkelijk.
De volgende avond, toen iedereen sliep, pakte ik mijn tas en legde de titels op tafel.
Bovendien schreef ik een brief:
« Als ik ooit verlies, vecht dan niet voor dingen waar je niet hard voor hebt gewerkt.
Het land en het geld worden aan wezen en de kerk gegeven.
Wat ik je naliet is geen schat, maar een les: