“Wat is er gebeurd, Kate?”
“Kom gewoon.
Het gaat over Robert.”
Linda kwam twintig minuten later aan, haar gezicht bleek en getekend.
Ze liep de kelder in en bleef sprakeloos staan, haar hand voor haar mond.
“God…” fluisterde ze, tranen in haar ogen.
“Heeft hij me… gevolgd?”
Ik knikte.
“We moeten hier weg.
Het is niet veilig.”
Linda sloeg haar bevende armen om zichzelf heen.
“Hoe heeft hij dit kunnen doen?
Hoe heb ik dit niet gezien?”
Ik legde mijn hand op haar schouder.
“We vinden wel een oplossing.
Maar eerst moeten we hier weg.”
Linda knikte, nog steeds in shock.
“Ja, we moeten gaan.
Ben, pak je spullen.
We vertrekken.”
Ben protesteerde niet.
Hij rende naar boven, en ik hielp Linda om wat essentiële spullen te pakken.
Mijn hoofd tolde, terwijl ik probeerde te bevatten wat ik net had gezien.
Onderweg had ik een vreemd gevoel dat Roberts obsessie dieper ging dan we wisten.
Maar op dat moment was het belangrijkste om Linda en Ben veilig naar haar familie te brengen.
De volgende dag belde Linda me, haar stem trilde van vastberadenheid.
“Kate, ik heb je hulp nodig.
We moeten dit documenteren.”
“Natuurlijk,” zei ik.
“Wat is het plan?”