Voor Emma Collins was het eerste waarschuwingssignaal niet een late avond op kantoor of een onverklaarbare zakenreis. Het was stilte.
Haar man David, ooit het leven van elke kamer, was vreemd stil geworden. Hij kwam altijd thuis met verhalen, grappen en rusteloze energie. Nu keerde hij afgeleid terug, onthecht – een man die repeteerde voor een ander leven.
In eerste instantie legde Emma het uit. Stress, zei ze tegen zichzelf. David was een succesvolle architect in Chicago met veeleisende klanten. Zijn afstand was zeker niets meer dan werk dat op hem drukte.
Maar diep van binnen wist ze dat er iets mis was.