Ik stond verstijfd, de lunchtas tegen mijn borst gedrukt als een schild.
Voordat ik iets kon zeggen, klonk er een vrouwelijke stem vanuit het appartement:
— Wie is het, Adrian? Zijn de documenten aangekomen?
De paniek op zijn gezicht bevestigde wat ik al vermoedde.
Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, maar slaagde er op de een of andere manier in kalm te blijven.
— Je bent je lunch thuis vergeten, — zei ik terwijl ik hem de tas aanreikte. — Ik weet hoe belangrijk deze dag voor je is.
Hij aarzelde, en nam de tas met trillende handen aan.
Ik hoorde het geritsel van kleding achter hem.
— Elena, het is niet wat je denkt… De investeerders… We hadden een plek nodig voor… informele gesprekken.
Op dat moment ging de deur helemaal open.
Een blonde, elegante vrouw, gekleed in een dure blouse en rok, stond naast hem.
Zonder enige schaamte.
— Goedendag, — zei ze met een licht Duits accent. — Ik ben Kristina, van de marketingafdeling in München.
Twintig jaar huwelijk stortten stilletjes in.
— Dit is mijn vrouw, — mompelde hij. — Ze kwam mijn lunch brengen.
Ik merkte snel de details op die me eerst ontgaan waren: de fles champagne op het tafeltje in de gang, twee glazen, een designer damestas nonchalant op een stoel gegooid.
Haar parfum — hetzelfde dat ik al op zijn kleren had geroken.