Tijdens de begrafenis van een jonge vrouw konden vier mannen de kist niet optillen, en haar moeder eiste dat deze werd geopend 😱😱
Het weer die dag paste bij de sombere stemming: grijze luchten, vochtige lucht en een licht briesje dat door de bomen op de begraafplaats deinde. Alles leek gewoon, zoals bij elke begrafenis – totdat acht mannen de kist moesten tillen.
Het zag er elegant uit – donker gepolijst hout, massieve handgrepen. Binnen lag de jonge vrouw, wier dood iedereen die haar kende had geschokt: mooi, slim en goedhartig. Ze was pas tweeëntwintig. Officieel was het een ongeluk, maar er gingen geruchten rond – sommigen beweerden haar de dag ervoor huilend te hebben gezien, anderen zeiden dat ze iemand had bedreigd. Niemand wist het zeker. De familie stond erop dat ze snel afscheid nam.
Toen het tijd was om de kist in het graf te laten zakken, grepen de mannen de handvatten vast – en plotseling…
“Een, twee, drie!” beval een van hen.

De kist bewoog nauwelijks.
“Nog een keer! Eén, twee, drie!” drong hij aan.
Ze spanden zich in, kreunden en snauwden, maar konden het niet optillen. Het voelde alsof het vol stenen zat.
“Wat de…?” mompelde een van de dragers, terwijl hij zijn voorhoofd afveegde. “Het is alsof er drie mensen in zitten.”
De mannen wisselden ongemakkelijke blikken uit. Om hen heen verspreidden zich gespannen gefluister onder de gasten:
“Dit is niet normaal…”