Naarmate de dood nadert, neemt de energiebehoefte af. De persoon begint zich te verzetten tegen eten en drinken of weigert het, en accepteert alleen kleine hoeveelheden flauw voedsel (zoals pap). Vlees, dat moeilijk te verteren is, wordt als eerste geweigerd. Naarmate de dood nadert, kan de persoon moeite hebben met slikken.
Hoe te reageren: Forceer geen voedsel, respecteer de signalen die de persoon afgeeft, zelfs als je overstuur en bezorgd bent over het verlies van interesse in eten. Bied regelmatig kleine stukjes sorbet of ijs aan, of een slokje water. Leg een warme, vochtige doek rond de mond en smeer lippenbalsem om de lippen vochtig en zacht te houden.
2. Overmatige vermoeidheid en slaperigheid
De persoon slaapt het grootste deel van de dag en nacht, terwijl zijn stofwisseling vertraagt en zijn lage voedsel- en drankinname bijdraagt aan uitdroging. Hij wordt moeilijk wakker te maken. De vermoeidheid is zo intens dat de persoon de gebeurtenissen om zich heen niet meer kan bijhouden.
Hoe te reageren: Laat de persoon slapen. Maak hem of haar niet abrupt wakker. Ga ervan uit dat alles wat u zegt gehoord kan worden, want het gehoor blijft functioneren, zelfs wanneer de persoon bewusteloos is of zelfs in coma ligt.