— Ze… ze bewoog… maar ze knipperde niet! huilde Olivia.
Elia’s gezicht werd bleek. Hij rende de kamer in en wat hij zag, deed hem buiten adem raken.
Zijn vrouw… al jaren verlamd… stond op één elleboog en staarde hem aan. Tranen glinsterden in haar ogen. Haar lippen trilden.
— ELIA…
Ze kon niets meer zeggen. Ze stortte snikkend op het kussen neer.
Voor het eerst in bijna zeven jaar was ze erin geslaagd haar lichaam te bewegen. En voor het eerst sinds haar verlamming voelde ze het leven weer door zich heen stromen.
De tweelingmeisjes kwamen dichterbij en keken in stille bewondering toe. Iets… iets in hun aanwezigheid had een lang sluimerende kracht in de vrouw gewekt.
Elijah knielde naast haar neer, pakte haar hand en kuste die.
— Je bent bij mij teruggekomen…
En in die heilige stilte bleven ze daar allemaal achter. Een vreemd gezin, bijeengebracht door een ongewone gebeurtenis, maar verbonden door iets veel diepers dan het menselijk begrip.
Want soms, op de meest onverwachte momenten, geeft het leven je precies datgene terug waarvan je dacht dat je het kwijt was.
Het ochtendlicht baadde het kleine huisje in een gouden warmte, en Elijah aarzelde voordat hij weer vertrok. Zijn hart was bezwaard door emoties die hij nauwelijks kon verwerken.
Toen hij naar buiten stapte, zag hij beweging bij de hoofdingang. Een man en een vrouw, verward en paniekerig, speurden de omgeving af. Zodra ze Elia zagen, renden ze op hem af.
— Heb je twee kleine meisjes gezien?
Elijah hield zijn adem in. Hij keek terug naar het huis, waar Emma en Olivia achter het gordijn vandaan gluurden.
— Bent u hun ouders? vroeg hij voorzichtig.
De vrouw knikte krachtig, met tranen in haar ogen.
— We hebben de hele nacht gezocht. Ze zijn verdwaald in het bos terwijl we aan het kamperen waren. We dachten… we dachten dat we ze nooit meer zouden zien.
Elijah slikte moeizaam. Hij was in zo’n korte tijd gehecht geraakt aan de tweeling. Maar hij wist dat ze bij hun familie hoorden.
— Ze zijn veilig, zei hij zachtjes. — Kom binnen.
Emma en Olivia aarzelden, maar renden meteen in de armen van hun moeder toen ze haar zagen huilen. Hun vader pakte hen op en hield hen stevig vast.
— Dank u, zei de man met trillende stem. — Dank u dat u ze hebt gered.