Hoofdstuk 2: De Orde
Tien minuten later ging mijn telefoon.
Oma Mary.
Mijn maag trok samen. Ik aarzelde even en antwoordde toen.
« Jessica? Waar ben je? Het diner wordt zo geserveerd. »
« We zijn vertrokken, oma. Mama zei dat er geen plaats meer was. »
Er volgde een zware stilte.
« Draai je om, » beval ze met een lage, vastberaden stem. « Meteen. »
Mijn man John legde zijn hand op mijn schouder. « Doe het. »
Ik draaide me om.
Oma Mary stond ons op de stoep op te wachten, rechtop en imposant. Ze omhelsde me en knielde toen voor Benjamin neer.
« Ik ben zo blij dat je er bent. »
Ze liet ons binnen.
Binnen stopte de muziek. De gesprekken verstomden. Oma liep naar het midden van de kamer.
‘Tiffany,’ zei ze, zich tot mijn moeder richtend. ‘Wie heeft je verteld over een capaciteitslimiet?’
Mijn moeder stotterde. Oma pakte haar telefoon en speelde de opname van de voordeur af. De koude stem van mijn moeder galmde door de kamer.
De blikken verhardden. De sociale façade brokkelde af.
« Er is altijd plek voor familie in dit huis, » zei oma. « Behalve als we ervoor kiezen de deur dicht te doen. »
Ze liet ons naast haar zitten.
Mijn vader probeerde de situatie te kalmeren. Tyler vroeg wanneer we gingen eten.
Oma ging niet zitten.
« We zijn nog niet klaar met de waarheid. »
Ze vroeg Tyler om het antieke zilveren servies mee te nemen.
Hij werd bleek.
« Hij is er niet meer. »
Het ontvangstbewijs van de pandjesbaas schoof over de tafel.
De waarheid kwam aan het licht: het zilverwerk was verpand om Tylers schulden af te lossen. En mijn moeder wist het. Daarom moest ik vertrekken.
‘Jullie hebben ons weggejaagd om een diefstal te verdoezelen,’ mompelde ik.
Oma heeft de beslissing genomen