Anna haastte zich naar kantoor na een zakelijke afspraak met partners.
Om tijd te besparen koos ze een kortere route door het stadspark.
De zon scheen fel over de paden, maar de koude wind van de rivier drong tot op het bot.
Anna huiverde en trok haar jas dichter om zich heen.
Voorbijgangers liepen gehaast langs elkaar zonder oogcontact.
Anna liep ook snel door, bang om te laat te komen op een belangrijke vergadering.
Toen viel haar oog plotseling op een bankje aan de zijkant van het pad.
Op het bankje zat een oudere man.
Netjes gekleed, met een wandelstok in zijn hand, keek hij peinzend voor zich uit.
Iets aan zijn houding deed Anna haar pas vertragen.
— Mag ik vragen hoe laat het is? — vroeg de oude man toen hij haar blik opmerkte.
— Half twee, — antwoordde Anna, na een blik op haar horloge.
De man knikte en keek weer in de verte. Anna wilde net weer verder lopen, maar merkte verwarring in zijn ogen.
— Gaat het wel goed met u? Heeft u hulp nodig? — vroeg ze bezorgd terwijl ze dichterbij kwam.
De man keek haar dankbaar aan.
— Ik ben geloof ik verdwaald, — gaf hij zachtjes toe. — Ik ging een stukje wandelen, maar nu kan ik de weg naar huis niet meer vinden.
Anna ging naast hem zitten. De vergadering was ineens niet meer zo belangrijk. Ze vroeg vriendelijk naar zijn naam.
— Viktor Semjonovitsj, — stelde hij zich na een korte stilte voor.
— Weet u uw adres of het telefoonnummer van uw familie? — vroeg Anna bezorgd.
Viktor Semjonovitsj fronste, probeerde zich te concentreren, en dicteerde langzaam een adres en telefoonnummer. Anna pakte meteen haar telefoon en belde.
— Hallo? — klonk een mannenstem.
— Goedemiddag, ik ben in het stadspark bij de Leninlaan met meneer Viktor Semjonovitsj. Hij is wat verdwaald geraakt, — legde Anna uit.
— Papa?! — klonk het met hoorbare opluchting. — Ontzettend bedankt! Ik kom er meteen aan. Blijft u alstublieft bij hem?
Anna hing op en keerde terug naar de man.
Hij rilde zichtbaar van de kou. Zonder aarzeling deed Anna haar jas uit en legde hem over zijn schouders.
— Nee, nee, dat hoeft echt niet, — protesteerde de man.
— Geeft niets, ik heb het niet koud, — zei Anna geruststellend, hoewel ze zelf al de koude wind voelde.
Ze raakten in gesprek. Viktor Semjonovitsj vertelde over zijn leven en zijn zoon, die altijd druk was met werk. Anna luisterde aandachtig en keek af en toe op haar horloge.
Na een kwartier stopte er een dure zwarte auto bij het park.
Een elegante man van veertig stapte uit en liep snel naar hen toe. Anna zag meteen de familiegelijkenis.
— Papa! — riep hij bij het bankje. — Ik had je toch gevraagd niet alleen naar buiten te gaan!
— Ik dacht dat ik het wel aankon, Sergej, — antwoordde Viktor schuldbewust.
Sergej hielp zijn vader opstaan en richtte zich tot Anna.
— Ik weet niet hoe ik u moet bedanken! Ik wil me niet voorstellen wat er had kunnen gebeuren zonder uw hulp, — zei hij oprecht. — Hoe heet u?