Watergruwel bereiden kost wat tijd, maar ingewikkeld is het niet. Kook de gort rustig gaar in water met een snufje zout. Daarna voeg je rozijnen, krenten en bessensap toe. De pap wordt dik en kleurt diep roodpaars. Als het goed is, glanst de brij licht en ruikt het heerlijk fruitig.
Je kunt het warm eten, maar veel mensen laten het juist afkoelen. Koude watergruwel is stevig, fris en ideaal op een zomerdag. Sommigen doen er een toefje slagroom of een scheutje melk bij.
Waarom het uit beeld verdween
In de moderne keuken is watergruwel grotendeels verdwenen. Jongere generaties kiezen liever voor yoghurt, ijs of kant-en-klare desserts. Thuis wordt het nog maar zelden gemaakt, al kom je het soms nog tegen op streekmarkten of in traditionele restaurants.
Toch zien sommige mensen het weer als nostalgisch comfortfood. Op sociale media verschijnen steeds vaker filmpjes waarin het oude oma-recept opnieuw tot leven komt. En wie het proeft, snapt snel waarom: het is simpel, betaalbaar en verrassend lekker.
Een toetje met karakter
De charme van watergruwel zit ’m in de eenvoud. Het is geen chic dessert, maar juist iets huiselijks. Het roept herinneringen op aan emaille pannen, houten lepels en dampende kommen op het fornuis.
Het is ook een voorbeeld van duurzaam koken avant la lettre: gemaakt van restjes en houdbare producten, zonder verspilling.
Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️
Advertentie
ADVERTISEMENT