Amara verstijfde.
De andere gasten, voornamelijk leidinggevenden en mensen uit de hogere klasse, bewogen ongemakkelijk heen en weer. Sommigen glimlachten ondeugend, anderen wendden hun blik af. Charles stond bekend om zulke taferelen.
Typisch voor hem was dat het personeel stotterend een verontschuldiging aanbood, boog en gehoorzaam gehoorzaamde. Dat was precies wat hij verwachtte.
Maar Amara bewoog niet. Ze rechtte haar rug. Ze keek naar de vage vlek op zijn schoenen en keek toen omhoog en in zijn koude, grijze ogen.
« Nee, » zei ze kalm. Haar stem was vastberaden, bijna zacht… maar krachtig genoeg om aan de tafels naast haar gehoord te worden.
Charles knipperde met zijn ogen en klemde zijn kaken op elkaar. « Pardon? »