ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

“Ga naar de schuur”: Duisternis achter de houten muren

— Wie is daar? — fluisterde Natasja.

Uit de kooi kwam een schim omhoog.

Langzaam, bijna geluidloos.

Uit de duisternis klonk diezelfde schorre meisjesstem:

— Ik heb op je gewacht…

Natasja voelde hoe koude angst haar lichaam bevroor.

Het was niet haar zus, maar iets anders — iets dat haar ziel en lichaam jaren geleden had overgenomen.

Iets wat haar vader probeerde in de schuur te houden — opgesloten in duisternis en stilte.

En nu wilde dat iets vrijheid.

Einde: gevangen in het duister

Natasja klampte zich vast aan de randen van de kooi, wanhopig probeerde ze te begrijpen wat er met haar zus was gebeurd.

Maar met elk moment werd de schim in de kooi duidelijker — het meisje’s gezicht vervormde zich met een onmenselijke grimas, haar ogen gloeiden met bloederig licht.

— Je bent te laat gekomen, — fluisterde een stem, trillend van haat en pijn. — Hij sloot me op zodat ik niet kon weggaan… Maar nu ben jij hier. Jij bent de volgende.

Op dat moment kraakte een oude trap achter Natasja in het donker.

Ze draaide zich om — en zag de gestalte van haar vader.

Zijn ogen waren leeg, zijn gezicht als dat van een dode, en in zijn handen hield hij diezelfde bijl.

— Je gaat niet weg, — zei hij schor, — want de schuur is niet langer voor mij. Nu is hij voor het duister.

Natasja begreep dat haar vader zelf een gevangene van dat kwaad was geworden, en nu wilde hij nog een ziel meenemen.

Met wanhopige kracht duwde Natasja de deur open en rende omhoog.

De duisternis leek haar bij haar benen te grijpen, maar ze rende zonder achterom te kijken.

Buiten, in het licht, hoorde ze hoe de schuur achter haar met een knal instortte, opgeslokt door het bos en het duister.

Sindsdien heeft niemand Natasja, haar zus of haar vader nog gezien.

Maar het dorp herinnerde zich voor altijd de les:

Sommige geheimen kun je beter opgesloten laten.

Epilogen: de eeuwige fluistering

Jaren zijn verstreken.

Het huis met de schuur is verdwenen, het bos groeit over met nieuwe bomen.

Maar ’s nachts, wanneer de maan schijnt en de wind de koelheid over de dorpspaadjes draagt, zeggen de oudsten dat ze een nauwelijks hoorbare fluistering horen:

— Ga naar de schuur…

De jeugd vertelt enge verhalen bij het kampvuur, iemand ziet de schim van een meisje met verwarde vlecht in het bos, en iemand anders — de silhouet van een vader met een bijl die langzaam tussen de bomen loopt.

Op een dag vond een lokale jager, terwijl hij naar huis terugkeerde, een oude bijl die in de grond bij de bosrand stond.

Hij pakte hem op — en voelde de koude langs zijn rug lopen.

Misschien verdwijnt het kwaad nooit helemaal.

Misschien wacht het gewoon op de volgende nacht om weer te zeggen:

— Ga naar de schuur.

Nieuw hoofdstuk: de terugkeer

Dertig jaar later werd op de plek van het oude dorp een klein toeristisch dorp gebouwd — “Stille Hoeken”.

Moderne huizen, gezellige paadjes, reclameborden:

“Rust uit voor je ziel op een plek waar vrede heerst!”

Geen van de nieuwe bewoners wist dat daar vroeger dat ene huis met die schuur stond.

Behalve één.

Een jonge vrouw genaamd Alisa, een journaliste uit de stad, kwam naar het dorp voor een opdracht — een reportage maken over de “raadselachtige stilte van het bos”.

Maar dat was niet wat haar aantrok.

In archieven vond ze fragmenten van een oude dorpskroniek waarin verdwijningen, geruchten over de vervloekte schuur en een vrouw genaamd Natasja — haar achternicht — werden genoemd.

Alisa besloot uit te zoeken wat er werkelijk gebeurd was.

Op de tweede dag ging ze het bos in — naar de plek waar volgens plannen van dertig jaar geleden de schuur stond.

Ze baande zich lang een weg door het struikgewas.

En plotseling stuitte ze op een oude stenen fundering, overwoekerd met mos.

Hij leek te ademen.

En precies in het midden van de fundering — een luik.

Roestig, maar onaangeroerd door de tijd.

Iemand fluisterde vlakbij:

— Open het niet.

Alisa draaide zich snel om.

Niemand.

Alleen bomen en wind.

Ze zette een stap terug — en zag een inscriptie aan de rand van het luik:

“Hij sloot me op. Laat me niet vrij.”

Ze stond stil.

Het bos viel stil.

Zelfs de vogels zwegen.

En toen… begon het luik te trillen.

Vanonder hoorde ze een bekende, bijna kinderachtige stem:

— Ik heb op je gewacht…

Alisa’s dagboek

Datum: 12 september

Dorp “Stille Hoeken”

08:14

Ik heb ’s nachts bijna niet geslapen.

Na de vondst in het bos ben ik ongerust.

Het luik is zeker echt.

Het is geen hallucinatie.

De fundering is oud, maar de steen voelt bijna… levend?

Warm, als je je hand erop legt.

De inscriptie op het luik laat me niet los:

“Hij sloot me op. Laat me niet vrij.”

Maar wie?

Waar gaat het over?

Wordt vervolgd op de volgende pagina 👇

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire