Waar gaat het over?
Het heeft allemaal met Natasja te maken.
Daar ben ik zeker van.
Datum: 13 september
22:41
Vandaag ben ik teruggegaan naar de fundering.
Overdag.
Ik nam een zaklamp en een camera mee.
Het luik trilt nog steeds.
Alsof er iemand onder ademt.
Ik besloot geluid op te nemen.
Toen ik de recorder aanzette, hoorde ik zachtjes:
“Je lijkt op haar…”
Ik liet bijna mijn telefoon vallen.
Er is iemand daar.
Of iets.
Het is geen dier.
Geen mens.
Datum: 14 september
03:03
Ik werd wakker door geklop op het raam.
Hoewel ik op de tweede verdieping ben.
Er was niemand.
Alleen een kleine natte handafdruk op het glas.
Kindlijk.
Ik woon in de stad.
Ik ben niet iemand die in het bovennatuurlijke gelooft.
Maar… hier gebeurt iets onnatuurlijks.
In mijn hoofd klinkt een stem:
“Open het luik.”
Ik wil niet…
Maar ik moet de waarheid weten.
Tot het einde.
Datum: 15 september
(Laatste dagboekaantekening)
23:59
Ik ga het bos in.
Ik neem een zaklamp mee.
Handschoenen.
Een lus met touw om het luik voorzichtig te openen zonder het met mijn handen aan te raken.
Ik droom steeds dezelfde droom:
De schuur.
Een meisje in een kooi.
Ze reikt naar me uit.
En achter haar — haar vader.
Hij kijkt en zegt:
“Nu ben jij in de schuur. Jij bent de sleutel.”
Ik moet afmaken wat Natasja begon.
Als ik niet terugkom — laat iemand dit dagboek vinden.
Open het luik niet.
Nooit.
Redactionele noot
Alisa’s dagboek werd twee weken later gevonden aan de rand van het bos, vlak bij de opgegraven fundering.
Van haarzelf was geen spoor.
Het luik — verdwenen.
Op die plek staat alleen nog een oud bord, in de grond geslagen:
Schuur.
Geen ingang.