Hij stormde achter de afscheiding vandaan, met een rood gezicht, en wees naar het bord. Het werd stil in het restaurant. Zelfs het ruziënde stel stopte midden in een zin.
‘Die man heeft nergens voor betaald. Je geeft geen eten weg. Hoe vaak moet ik het je nog zeggen?’
Sarah verstijfde. « Hij zag eruit alsof hij het nodig had, meneer Harlan. Het is maar één hamburger— »
“Eén hamburger gaat ten koste van mijn winst. En van die van jou, als ik besluit je loon in te houden. Neem het terug. Nu.”
De man in het hokje schraapte zachtjes zijn keel. « Dat is niet nodig. »
Harlan draaide zich naar hem toe. ‘Dit gaat jou niets aan, vriend. Als je hier wilt eten, betaal je net als iedereen.’
De man greep langzaam en doelbewust in zijn jas. Harlan keek geprikkeld toe, hij verwachtte problemen. In plaats daarvan haalde de man een leren portemonnee tevoorschijn en klapte die open. Daarin zaten een rijbewijs en een visitekaartje.
Harlans gezicht werd bleek.
Op het kaartje stond: Thomas J. Riverside – Regionaal directeur, Riverside Hospitality Group.
Deze eetgelegenheid – deze hele keten – is vernoemd naar zijn familie. Thomas Riverside had het dertig jaar geleden opgericht en bezat nog steeds de meerderheid van de aandelen. Hij bezocht twee keer per jaar onaangekondigd de vestigingen om te zien hoe de zaken er echt aan toe gingen als niemand keek.
Harlans mond ging open, dicht, en weer open. « Meneer Riverside… meneer… ik heb niet… u ziet eruit als… »
‘Anders zonder pak?’ vroeg Thomas zachtjes. Hij stond op en liet de hamburger onaangeroerd achter. ‘Ik zit hier al bijna een uur. Niemand heeft me begroet. Niemand heeft gevraagd of ik iets nodig had. Behalve zij.’ Hij knikte naar Sarah, die eruitzag alsof ze door de grond wilde zakken.
Harlan stamelde. « Meneer, ik kan het uitleggen— »
Thomas stak een hand op. « Dat heb je al gedaan. Je hebt je prioriteiten perfect uitgelegd. »
Hij draaide zich naar Sarah om. « Hoe heet je? »
“Sarah, meneer.”
« Sarah, je hebt zojuist een salarisverhoging en een promotie tot ploegleider verdiend, die morgen ingaat. We hebben meer mensen nodig die begrijpen waar deze plek eigenlijk voor is. »

Vervolgens keek hij naar Harlan. ‘En jij neemt een tijdje vrij. Betaald, natuurlijk. Gebruik die tijd om na te denken of het leiden van mensen – of het angst aanjagen van mensen – hetzelfde is.’
Harlan knikte zwijgend, met zijn ogen op de grond gericht.