Thomas pakte de hamburger, nam een hap en glimlachte voor het eerst die avond. « Niet slecht, Luis! » riep hij naar de keuken. Luis grijnsde vanuit het doorgeefluik.
Hij at de helft van de hamburger staand op en wikkelde de rest in een servet. « Voor onderweg, » zei hij tegen niemand in het bijzonder.
Bij de deur bleef hij even staan en keek hij Sarah aan. « Vriendelijkheid is geen overtreding van de regels. Het is juist de essentie ervan. »
Vervolgens stapte hij de regen in, zijn rugzak over zijn schouder, gewoon weer een vermoeide reiziger.
Het restaurant bleef lange tijd stil nadat de bel boven de deur was gestopt met rinkelen.
Uiteindelijk begon een van de vrachtwagenchauffeurs te applaudisseren. Het stel deed mee. Al snel applaudisseerde iedereen – niet voor de regisseur, maar voor de serveerster die had gedaan wat goed voelde toen er niemand van belang keek.
Sarah voelde haar gezicht rood worden, maar ze glimlachte toch.
Buiten liep Thomas Riverside naar zijn auto, die een stukje verderop geparkeerd stond, startte de motor en liet hem even warmdraaien. Hij nam nog een hap van de hamburger die Sarah hem had gegeven.
De beste maaltijd die hij in jaren had gegeten.