– **Bidden ?**
« Mama zegt dat God luistert als we om hulp vragen, » antwoordde Samuel. « Mag ik voor jou vragen? »
Thiago geloofde nergens meer in… maar hij kon geen nee zeggen tegen dat sprankje hoop in de ogen van een kind.
— **Dat kan,** mompelde hij.
Samuel sloot zijn ogen, vouwde zijn handen en bad met zo’n zuivere stem dat Beatriz ter plekke begon te huilen.
— **God… help alstublieft oom Thiago. Hij is verdrietig omdat hij niet meer kan lopen. Mama zegt dat U wonderen kunt verrichten… dus maak hem alstublieft beter. Amen.**
Toen Samuel klaar was, opende hij zijn ogen weer en glimlachte alsof het antwoord al onderweg was.
— Zo, nu voel je je beter. Daar ben ik van overtuigd.
Beatriz snelde erheen, doodsbang dat Thiago zou ontploffen.
— **Het spijt me, meneer Thiago, hij wilde u niet lastigvallen…**
Maar Thiago stak zijn hand op. Zijn blik leek… lichter.
‘Hij stoorde me niet,’ zei hij. ‘Laat hem maar blijven.’
—
### Een huis dat weer ademt
Vanaf die dag veranderden de dagen, eerst maar een beetje, daarna steeds meer.
Thiago ging weer rond dezelfde tijd als Beatriz aan het werk was de tuin in. Hij praatte niet veel. Hij keek alleen maar toe hoe Samuel speelde – vlinders achterna zat, om niets lachte en werelden verzon met stokken.
En op de een of andere manier… begon dat gelach hem weg te trekken van de rand van de afgrond.
Op een ochtend kwam Thiago zelf de wasruimte binnen, met zo’n serieuze blik dat Beatriz’ maag zich omdraaide.
— **Ik moet met je praten,** zei hij.
De eerste gedachte van Beatriz was paniek. *Hij gaat me ontslaan.*
— **Als het door Samuel komt, beloof ik je dat…**
Thiago onderbrak haar.
— **Dat is niet de reden.**
Hij haalde diep adem, alsof wat hij op het punt stond te zeggen hem pijn deed.
— **Ik wil dat jij en Samuel in het hoofdhuis komen wonen.**
Beatriz knipperde met haar ogen, ervan overtuigd dat ze het verkeerd had verstaan.
— **Meneer… ik begrijp het niet.**
Thiago’s stem bleef kalm.
« Je woont in die kleine, vochtige kamer achterin. Dat is niet goed. Ik heb lege kamers – echte kamers – met licht en ruimte. Ik wil dat je hier bent… dicht bij me. »
Beatriz klemde zich stevig vast aan de strijkplank om te voorkomen dat ze in elkaar zou zakken.
‘Maar waarom?’ fluisterde ze. ‘Waarom zou je dat voor ons doen?’
Thiago liet zijn ogen naar zijn handen zakken.
‘Omdat ik je dichtbij me nodig heb,’ gaf hij toe. ‘Sinds die dag… is er iets in me veranderd. Je zoon keek me aan alsof ik er nog toe deed. En ik…’ zijn stem brak, ‘ik wil niet langer zo alleen zijn.’
Beatriz slikte de brok in haar keel weg.
« Oké, meneer Thiago, » zei ze zachtjes. « We trekken in. We zullen u niet teleurstellen. »
Voor het eerst in maanden glimlachte Thiago – een kleine glimlach, maar wel een oprechte.
—