**De belofte in de tuin**
Advertentie
Thiago, de rijkste zakenman van de stad, zat in zijn rolstoel in de ochtendzon – gebroken, stil en huilend, alsof het landhuis hem uiteindelijk helemaal had opgeslokt.
Beatriz stond als aan de grond genageld, met een bezem in haar hand, terwijl ze toekeek hoe haar zesjarige zoon Samuel het nog natte gras opstapte en recht op de man afliep die iedereen vreesde.
Ze probeerde hem te bellen. Er kwam geen geluid uit.
Samuel bleef naast de rolstoel staan en keek op met dat medeleven dat volwassenen vaak vergeten.
Advertentie
— **Oom… waarom huil je?** vroeg hij, terwijl hij voorzichtig zijn kleine hand op Thiago’s knie legde.
Thiago probeerde zijn gezicht af te vegen en te doen alsof hij nog steeds de man was die de directiekamers regeerde. Maar zijn glimlach kwam er wankel uit.
« Omdat ik niet meer kan lopen, kleintje, » bekende hij. « De dokters zeiden dat ik nooit meer zal kunnen lopen. »
Samuel kantelde zijn hoofd, dacht diep na en stelde toen een vraag waardoor Beatriz’ hart ineenkromp.
— **Mag ik voor u bidden?**
Thiago knipperde met zijn ogen, verbijsterd.