Toen de tweelingzussen Harper en Quinn ter wereld kwamen in Sheffield, Verenigd Koninkrijk, stonden artsen versteld. Wat zich ontvouwde was een medische zeldzaamheid – een gebeurtenis die naar schatting slechts bij één op de miljoen geboortes voorkomt. Zelfs vandaag de dag worstelen experts nog steeds met de wetenschappelijke en emotionele betekenis hiervan.

Normaal gesproken wordt het syndroom van Down gezien als een levensveranderende diagnose. Maar in dit opmerkelijke geval is het verhaal veel genuanceerder.
Gedurende de zwangerschap waren er geen indicatoren – geen afwijkingen op de scans, geen waarschuwingssignalen. Alles leek volkomen normaal. Daarom was het medisch personeel verrast toen Harper, de eerste van de tweeling, kort na de bevalling de diagnose Downsyndroom kreeg. Haar zus Quinn volgde 40 minuten later zonder dezelfde diagnose.

Hoewel het ziekenhuis formeel zijn excuses aanbood voor het onverwachte nieuws, verwerkten de Baileys het met gratie en kracht. “Dit is geen tragedie”, vertelde hun moeder. “Het is een andere reis, maar wel een prachtige.”