« Alstublieft, meneer… mag ik je huis schoonmaken voor een bord eten? Mijn broers hebben sinds gisteren niet meer gegeten. »
De kleine, bevende stem kwam uit de hoge ijzeren poort van het landgoed Beaumont in San Diego. Een mager, blootsvoets meisje stond onder de lichten van de veranda, haar schaduw strekte zich uit over de marmeren treden. Haar verwarde haar en gescheurde jurk vertelden een verhaal van ontberingen, maar haar ogen – stabiel en plechtig – droegen een stille kracht die veel te volwassen leek voor haar leeftijd.

Binnen was Edward Beaumont, een 46-jarige vastgoedmagnaat, net terug van een gala ter ere van filantropie en succes. De ironie was hem niet ontgaan. Hij had de nacht doorgebracht tussen de mensen die elkaars ‘goede daden’ toejuichten, en nu stond hij daar – aarzelend voor een hongerig kind.