Soms komen de grappigste verhalen niet voort uit wat er gezegd wordt, maar uit wat er ongezegd blijft. Dit verhaaltje over een man, een vrouw en een zijden pyjama bezorgt mensen al jaren een lachbui, en terecht.
Het begint allemaal met een telefoontje.
Op een middag belde een man zijn vrouw vanaf zijn werk. Hij klonk enthousiast. « Schatje, » zei hij, « ik ben net uitgenodigd om een weekje buiten de stad te gaan vissen met mijn baas en een paar collega’s. Dit zou een geweldige kans voor me kunnen zijn; je weet hoe erg ik naar deze promotie heb verlangd. Tijd doorbrengen met mijn baas buiten kantoor zou me echt kunnen helpen. »
Hij vervolgde met een lijst met verzoeken: « Kun je alsjeblieft genoeg kleren voor de week inpakken, mijn hengel en viskoffer klaarmaken en niet vergeten mijn nieuwe blauwe zijden pyjama in te pakken? »
De vrouw bleef even stil. Iets in zijn toon wekte argwaan. Toch protesteerde ze niet. Om hem te steunen pakte ze zorgvuldig haar koffers in. Shirts en broeken voor elke dag, een warme jas voor het geval het kouder zou worden, haar visgerei en, jawel, die glimmende nieuwe pyjama die haar vreemd genoeg leek te verontrusten.
Toen hij wegging, gaf ze hem een kus en wenste hem succes.
De week verstreek langzaam. Zijn vrouw dacht vaak aan hem, ze stelde zich hem voor aan het meer, waar hij zijn zinnen zette en verhalen vertelde met zijn baas. Maar zo nu en dan vroeg dat knagende stemmetje in zijn hoofd zich af: » Waarom stond hij zo op die zijden pyjama? »
Toch schonk ze geen aandacht. Ze vertrouwde hem en wilde geloven dat hij echt aan het vissen was.
Eindelijk, na zeven lange dagen, kwam de man thuis. Hij zag er moe uit, met een verbrande neus, maar hij leek ook tevreden met zichzelf.